. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 77. — ROSACEAE. - 559 'W é^%j-iH. Fragaria vesca Fie. 679. Zij zijn vooral van onderen zijdeachtig behaard en zittend, het middelste is zelden gesteeld. De bladen hebben lancctvormige steunblaadjes. De bloemen zijn 2-slachtig, wit, 12-15 mM in middellijn. De bijkelkbladen zijn bijna even lang als de kelkbladen. De kroonbladen zijn iets ge- karteld, kort genageld. De meeldraden zijn nauwe- lijks zoolang als het hoofdje van stampers. De schijnvrucht is in rijpen staat scharlakenrood, zelden wit, geheel met vruchtjes bezet en zit niet aan den kelk verbond


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 77. — ROSACEAE. - 559 'W é^%j-iH. Fragaria vesca Fie. 679. Zij zijn vooral van onderen zijdeachtig behaard en zittend, het middelste is zelden gesteeld. De bladen hebben lancctvormige steunblaadjes. De bloemen zijn 2-slachtig, wit, 12-15 mM in middellijn. De bijkelkbladen zijn bijna even lang als de kelkbladen. De kroonbladen zijn iets ge- karteld, kort genageld. De meeldraden zijn nauwe- lijks zoolang als het hoofdje van stampers. De schijnvrucht is in rijpen staat scharlakenrood, zelden wit, geheel met vruchtjes bezet en zit niet aan den kelk verbonden. De vruchtkelk is uitge- spreid of teruggeslagen. 4- 7-15 cM. Mei, Juni, zelden tot in den Herfst. Bij deze plant komen ook wel vrouwelijke exem- plaren voor. Voorkomen in Europa en in Nederland. In bosschen, heggen en in struikgewas komt deze plant in geheel Europa voor. Ook bij ons is zij algemeen en wordt ook gekweekt. F. elatior') Ehrh. Tuinaardbei (fig. 680). Deze plant is vrij krachtig en heeft weinig of geen uitloopers. Als zij er zijn, hebben zij ook weer een schubbetje op ieder lid en dragen in de knoopen worteltjes en bladen. De stengel is hier langer dan de bladen. Hij is afstaand behaard en draagt geen of 1 a 2 blaadjes. De bladen zijn groot en 3-tallig. De blaadjes zijn ovaal, breed gezaagd, meest minder behaard dan bij F. vesca, zij zijn alle kortgesteeld. De bloemen zijn groot (20-25 mM. in middellijn), onvolledig 2-huizig, iets welriekend. De bijkelkbladen zijn korter dan de kelkbladen. De kroonbladen zijn wit, gaafrandig. De meeldraden zijn bij de vruchtbare bloemen even groot als het hoofdje van stampers. De vruchtkelk is uitgespreid of teruggeslagen. De vrucht is ovaal, roodachtig, van onderen ver- smald en daar zonder vruchtjes, zij is stevig aan den kelk gehecht. 4. 1,5-3 dM. Mei, Juni. De plant is in alle deelen grooter dan F. vesca. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in Midden- en Oost-Europa in heggen en bosschen voor. Bij ons is zi


Size: 1420px × 1759px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants