. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië . lechten van het stijve goud- en zilver-draad tot zoomen ook toe te passen met gewoonkatoengaren. De in gebruik zijnde siermotieven hebben zich van zelf gevormd; velen daarvanzijn afgezien van Europeesche kantmonsters, maar in sommige zit toch zeer duidelijk eenInlandsen idee. Nadat de benoodigde kantklosjes met garen gevuld zijn, wordt het papieren prikpatroon (p i s i 1)op het kantkussen bevestigd. Het Palembangsche kantkussen heeft als bodem een trapeziumvormige plank, waarvan dekortste der evenwijdige zijden naar de kantwerkster gekeer


. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië . lechten van het stijve goud- en zilver-draad tot zoomen ook toe te passen met gewoonkatoengaren. De in gebruik zijnde siermotieven hebben zich van zelf gevormd; velen daarvanzijn afgezien van Europeesche kantmonsters, maar in sommige zit toch zeer duidelijk eenInlandsen idee. Nadat de benoodigde kantklosjes met garen gevuld zijn, wordt het papieren prikpatroon (p i s i 1)op het kantkussen bevestigd. Het Palembangsche kantkussen heeft als bodem een trapeziumvormige plank, waarvan dekortste der evenwijdige zijden naar de kantwerkster gekeerd is. Vertikaal op dit trapeziumvlak staat een half cirkelvormige plank van 15 hoogte. Langsden rand van dien halven cirkel wordt een stuk goed gespannen en aan den bodem bevestigden wel zoo, dat er tusschen het goed en de met elkaar verbonden planken een open ruimteontstaat, die zoodanig wordt opgevuld met zaagsel, dat het geheel den vorm krijgt van eenhalven, afgeknotten kegel, met het kleinste vlak naar de werkster gekeerd. Gewoonlijk wordt306. Fig. 302. Jogjasche goud- en zilverkant-werker.


Size: 1310px × 1906px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1910, booksubjectweaving, bookyear1912