. De flora van Nederland. Plants. Campanula rotundifolia Fig. 353. vormigen voet. Bovenste stengelbladen langwerpig-iancetvormig. Kelkslippen lancet- vorinig, toegespitst C. glomerata blz. 290. Volksnamen. De naam klokje is algemeen in gebruik, in Twente spreekt men van blauwklokje. C. rotundifolia'; L. Grasklokje (fig. 353). Deze soort is kaal of kortbehaard. Zij heeft een dunnen, draadvormigen, meest kleine zoden vormenden wortelstok. Deze is nl. iets kruipend en vormt niet bloeiende korte en uit opstijgenden voet rechtopstaande bloeiende stengels, die dun en rond zijn. De wortelbladen zijn


. De flora van Nederland. Plants. Campanula rotundifolia Fig. 353. vormigen voet. Bovenste stengelbladen langwerpig-iancetvormig. Kelkslippen lancet- vorinig, toegespitst C. glomerata blz. 290. Volksnamen. De naam klokje is algemeen in gebruik, in Twente spreekt men van blauwklokje. C. rotundifolia'; L. Grasklokje (fig. 353). Deze soort is kaal of kortbehaard. Zij heeft een dunnen, draadvormigen, meest kleine zoden vormenden wortelstok. Deze is nl. iets kruipend en vormt niet bloeiende korte en uit opstijgenden voet rechtopstaande bloeiende stengels, die dun en rond zijn. De wortelbladen zijn niervormig- rondachtig of hartvormig-eirond, meest gekarteld- gezaagd of gaafrandig, lancetvormig, de hoogere zijn lijnvormig. De bloemen zijn vrij groot met een trechter- vormige of meer buikig klokvormige, donker- blauwe, zelden blauwachtig witte of witte bloemkroon. Zij zijn overgebogen en staan weinig talrijk in een tros of een losse pluim. De bloemknoppen en de stelen zijn voor den bloeitijd opgericht. De schutbladen zijn gaaf- randig, lijnvormig. De kelkslippen zijn lijnvormig, aanliggend of iets afstaand, "o a ^ ,• maal zoo lang als de bloemkroon. Deze is van 1-2 cM lang en heeft 5 uitgespreide lobben. De doosvrucht is hangend, 3-hokkig en springt aan den voet open. De zaden zijn ovaal, bruingeel. 1,5-6 dM. 2|. Juni—Herfst. De wortelbladen, waarop de naam der plant betrekking heeft, zijn inden bloeitijd vaak al verdord. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt op begraasde plaatsen, aan wegen en boschkanten in geheel Europa voor. Bij ons is zij algemeen, vooral op zandgrond en loss. Volksnamen. In Friesland en op spreekt men van blauwe klokjes, in de Betuwe van piespotjes, in West-Friesland van grasklokje, in Utrecht en het Land van Hulst van kleine wilde klokjes. C. rapuncuioides-j L. Akkerklokje (fig. 354). Deze soort is iets ruw behaard. Zij heeft een langen, dunnen, kruipenden wortelstok, metuit- loopers, die hier en daar knolvormige aanzwel


Size: 1462px × 1710px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants