. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose . te langh ver-wacht. Nihil optrequefl. Coelius. XII. DE magre Krekel nu van sw intcrs kou befprongen,Zogt aent kloek Mierkenhey]^ tot bedelen gedrongen,En met een heefche ftem viel t bezien dierken aen ;Erbermt u luiFrou Mier! en om een weynigh graenMy ongetrooft niet laet, noch hongers nood bezuren,Mijn armoe wat vervult, en opent uwe t wackcr beeftjen vry van kommer en ellend,Den Kr


. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose . te langh ver-wacht. Nihil optrequefl. Coelius. XII. DE magre Krekel nu van sw intcrs kou befprongen,Zogt aent kloek Mierkenhey]^ tot bedelen gedrongen,En met een heefche ftem viel t bezien dierken aen ;Erbermt u luiFrou Mier! en om een weynigh graenMy ongetrooft niet laet, noch hongers nood bezuren,Mijn armoe wat vervult, en opent uwe t wackcr beeftjen vry van kommer en ellend,Den Kreke/heeft aldus zijn traegheyd voorgewend:Draeght nu verfchulde ftraf, draeght nu t vermaledijdemDie al den zomer fleet in welluft en verblijden,Die daengename tijd en zegen hebt veracht,En flempende uwen oegft verquift en doorgebracht.„ Het koftelijckftepand en kleynood uytgenomen5) Is daltijd vliênde tijd, die huyden omgekomen„ Niet morgen weder keert: wijs is hy van beraetj-Die s tijds gelegentheyd beooght en gade flaet.„ Die op geen weelde (leunt, noch die, hoe hoogh gezeten,„ Daenftaende zwarigheyd lichtveerdigh gaet vergeten, E *3 Warande der Dieren,i 3. Van den Wolf ende ALdus gingh het den genen, die Bafilium Macedonem den GriekfchenKeyfer van t perijckei des doods bevryde. Want als een Hert op déjacht delen Bafilium hard op t lijf liep, ende hem by de hoornen in zijn gordelgevat hadde, ende hem alföo optilde om hem in t Boich te dragen y foo iprongeen trou Dienaer toe met een bloot fweerdt, endelheet met haefte den gordelontwee, enverlofteallbodenKeylervandedoodt. Dies de ondankbare Key-fer vertoornde, ende liet hem het leven nemen, om dat hy hem met een blootiweerdt foo dicht aen tlijf quam. Zonaras. XIII. DE JVolf&zt fchapen vrees, door t al te gulzig flickenAen een verzwolgen beenfchier meynde teverftic-Dies hy op hoop van hulp de langgehalide Kraen ( veel beloften heeft verwilght, zijn leet t Kraen op winfl; verzot, heeft fiout


Size: 1732px × 1443px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookdecade1680, bookidvorstelijckewara82vond, booksubjectemblems