. De flora van Nederland. Plants. Cochlearia officinalis Fig. 348. langgesteeld, rondachtig-hartvormig, stomp, gaafrandig of zwak bochtig. De stengelbladen zijn langwerpig of eirond, stomp, met 1—3 groote tanden aan weerszijden, de onderste zijn gesteeld, de bovenste stengelomvattend. De bloemen staan in trossen, zijn vrij groot, wit en welriekend. De kelkbladen zijn eirond, stomp, witgerand. De kroonbladen zijn meer dan dubbel zoo lang, omgckeerd-eirond. De vruchttros is vrij kort met dikke, afstaande vruchtstelen, die tweemaal zoo lang zijn als de hauwtjes. Deze zijn ei-bolrond, 4—6 mM lang,


. De flora van Nederland. Plants. Cochlearia officinalis Fig. 348. langgesteeld, rondachtig-hartvormig, stomp, gaafrandig of zwak bochtig. De stengelbladen zijn langwerpig of eirond, stomp, met 1—3 groote tanden aan weerszijden, de onderste zijn gesteeld, de bovenste stengelomvattend. De bloemen staan in trossen, zijn vrij groot, wit en welriekend. De kelkbladen zijn eirond, stomp, witgerand. De kroonbladen zijn meer dan dubbel zoo lang, omgckeerd-eirond. De vruchttros is vrij kort met dikke, afstaande vruchtstelen, die tweemaal zoo lang zijn als de hauwtjes. Deze zijn ei-bolrond, 4—6 mM lang, zwak ""> samengedrukt met breed, ovaal tusschenschot. De zaden zijn knobbelig. 1-4 dM. OO en ^. Mei, Juni. Biologische bijzonderheden. De plant vertoont een halophilen bouw. in de bloemen schijnt geen honig te worden afgescheiden. De helmknoppen der 4 langere meeldraden staan met den stempel op dezelfde hoogte, doch zijn er eerst iets van afgekeerd. De helmknopjes der kortere springen iets later open, staan eerst iets lager, doch komen ten slotte even hoog als de stempel te staan. Zeer licht zal er dus spontane zelfbestuiving optreden. Verder kan er kruis- en zelf- bestuiving plaats hebben door insecten, die komen om stuifmeel te ver- zamelen of sap uit den voet der bloem te boren en te zuigen. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in Noord-West- en Midden-Europa langs de zeekusten, vooral op aangeslibden kleigrond voor. Zoo ook bij ons vrij algemeen. Merkwaardig is haar voorkomen op laagveen in en Gebruik. De plant werd als middel tegen scheurbuik veel aangewend. C. anglica ')L. Engelsch lepelblad (fig. 349). Deze plant gelijkt veel op C- officinalis. Uit den penwortel komt een wortelroset van vrij dikke, langgesteelde, eironde tot langwerpige, geheel gaafrandige bladen, die nooit, als meest bij C. officinalis wel het geval is, een hartvormigen voet hebben. Uit den wortel komen verder opstijgende of rechtopstaande stengels, die be


Size: 1414px × 1767px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants