. Coleoptera Neerlandica : de schildvleugelige insecten van Nederland en het aangrenzend gebied. Beetles. S44 LXXVi. CURCULIONIDAE. overige Rli y n ch o ph oreii- licicleii iv lictzij onduidclijlc. lis -1 v:in A I l«' I :ili IK I nr .'. lifiltriihiuhn: "!'â Dc meeste C iirc iil i o ii idae zijn gcvleiigclJ, tocii lidiiien uok vele nngcvleiigelden voor, zoo- alle 1! racliyrrli i niis-soorten, een aantal Hypcra's, Psa I i li i ii ni, Bary n o t iis, llracliy- deres, Lipanis, Liopliloetis (bij welke de vleugels ooU wel verkort ol' rudimentair kunnen zijn) e. a. Volgens ./. Rcilre
. Coleoptera Neerlandica : de schildvleugelige insecten van Nederland en het aangrenzend gebied. Beetles. S44 LXXVi. CURCULIONIDAE. overige Rli y n ch o ph oreii- licicleii iv lictzij onduidclijlc. lis -1 v:in A I l«' I :ili IK I nr .'. lifiltriihiuhn: "!'â Dc meeste C iirc iil i o ii idae zijn gcvleiigclJ, tocii lidiiien uok vele nngcvleiigelden voor, zoo- alle 1! racliyrrli i niis-soorten, een aantal Hypcra's, Psa I i li i ii ni, Bary n o t iis, llracliy- deres, Lipanis, Liopliloetis (bij welke de vleugels ooU wel verkort ol' rudimentair kunnen zijn) e. a. Volgens ./. Rcilrenhachsr vcrtoonen zij de naaste verwantschap met de andere Rhyn- clio pil o ren-laniiliën en de niet in ons gebied vertegenwoordigde Brcntliidae, alsook met de Rrucliidae onder de Sub-orde der Pliytopbaga, zooweel door den bonw der monddeelen, alsook door den larvenvorm, doch in de bijzonderheden van de nervatnnr der vleugels (Fig. 118) eene zoodanige verscheidenheid, dat, behalve de lancctvortnige gedaante der vleugels en de altijd onver- takte vena interno-niedia, ternauwernood een gemeenschappelijk kenmerk te onderscheiden is. Terwijl in dit opzicht de C u re ti li on i dn e gedeeltelijk aan dc Ccram b y cid ae, de Bruchidae aan de C h rysome I ida e herinneren, vertooncn de Scolytidae en de Brenthidae eene nervatuur als bij de II is ter ida e en de Silphidae. Terwijl bij het Sc ol y tiden-geniis Toraicus de tenigloopende aders geheel ontbreken en bij Uriichtis alleen de achterste voorhanden, doch kort is, zijn bij de aniilien beiden ontwikkeld, doch tamelijk kort. De dwarsader tusschen (o. a. bij Curculio) ol'zij ontbreekt geheel (b. v. bij het exotische genus R h y 11 ch opbo r 11 s). De eindcel van de vena scapularis is wel is waar voorhanden, doch klein bij .^ 11 e 1 a b u s, R h y n c h i t e s, C u r c u 1 i cj , liet Ne m o n y cli i d e n-geniis C i in b er is en het B in- ch id e n-geiuis Caryoborus; zij is naar de vicugelpunt open bij de P la t y r rli i n id
Size: 2579px × 969px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1800, bookdecade1890, booksubjectbeetles, bookyear1898