. Beschouwing der Wereld . us VI: 9. Doch die ryk willen worden , vallen in verzoe-Vuige en [in] den Jtrik, en [in] veele*dwaaze enfchaadelyke begeerlykheden , welke de menfchen doenverzinken in verderf en ondergang. Jakobus V: 1,2,3,4,5,6. Wel aan nu gy ryke \ weent en huilt over uweelendigheden, die over u komen. Uwen rykdom is verrot, en uwe kleederen zyn vande motten gegeeten geworden ; . tlw goud en zilver is verroeft: en haar en roeft zulu zyn tot een gémigenjffè, en zal uw vlees als eenvuur verteeren : gy hebt fchatten vergaderd in delaat [ie dagen. Ziet , de loon der werk* lieden die u
. Beschouwing der Wereld . us VI: 9. Doch die ryk willen worden , vallen in verzoe-Vuige en [in] den Jtrik, en [in] veele*dwaaze enfchaadelyke begeerlykheden , welke de menfchen doenverzinken in verderf en ondergang. Jakobus V: 1,2,3,4,5,6. Wel aan nu gy ryke \ weent en huilt over uweelendigheden, die over u komen. Uwen rykdom is verrot, en uwe kleederen zyn vande motten gegeeten geworden ; . tlw goud en zilver is verroeft: en haar en roeft zulu zyn tot een gémigenjffè, en zal uw vlees als eenvuur verteeren : gy hebt fchatten vergaderd in delaat [ie dagen. Ziet , de loon der werk* lieden die uwe landen ge-maait hebben, welke van u verkort is, roept: en hetge/chrei der geene die ge-oog ft hebben is gekomen tot inde oor en des Heer en Sebaoth. Gy hebt lekkerlyk gekeft op der aarden, en wel-kiften gevolgt: gy hebt uwe hei ten gevoed als in eenendag der jlachtinge. Gy hebt veroordeeld , gy hebt gedood den recht-vaardigen : [en] hy en wederfcaat u niet. c c 5 Di 402 BESCHOUWING De H E E L E WERELD. Anders als Och dat zy een zulk hert e hadden, om my te vree-zen , en alle myne geboden f allen dagen te onderhou-den : op dat het haar en haar en kinderen wel ginge ineeuwigheid l Deuter: V: 29, Elk der WERELD. 403 Elk breng zyn Ziel daar uit,Gelyk een groot en buit. Is wy de wereld overzien,Men vindze vol van arme lién, Zo wel in Koninglyke hoven,Als in den algemeenen ftaat,Van hoogen, en van laagen graad, Den ledig-gang, en t moeilyk zoo? Wel hoord: Die in zyn kift,t Metaal van goud of zilver mift, Door wien geen dingen zyn bezeeten;Van land, van zand, van huis en hof,Van ftaat, van eer , van prys en lof; Die goedloos is; word Arm geheeten:Maar Goddeloos, of bloot van God,Dat trekt des Armoeds hoogile lot, Schoon dat deszelfs bezitters queelen;Dewyl men , als door tovery,Droomd , dat men ryk en weelig zy ,Zo ziet men t kind met fchelpen denk het maar bedachtzaam na, Op 4o4 B E S G H O U W I N G Op dat men beter wegen gaa : Ontbloot, van doorf
Size: 1509px × 1655px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookauthorluikenjan16491712, bookde, booksubjectemblembooksdutch
