. De flora van Nederland. Plants. 466 — ARALIACEAE. FAMILIE 67. het stijlkussen. De vrucht is ^-knoppig, zwak rimpelig, aan top en voet uitgerand, niet knobbelig (fig. 567). De deelvruchtjes zijn bolrond opgezwollen , netvormig gerimpeld met 5 ingedrukte hoofdribben. De groeven hebben geen striemen. Het zuiltje is vastgehecht aan de vruchtjes, 2-spletig. 2-3 dM. O. Juni, Juli. De plant riekt naar wantsen. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in Zuid-Europa op bouwland voor en is bij ons op eenige plaatsen aangevoerd (Deventer, Alkmaar, Leiden (Groenhoven), Dordrecht, Arnhem, Usse


. De flora van Nederland. Plants. 466 — ARALIACEAE. FAMILIE 67. het stijlkussen. De vrucht is ^-knoppig, zwak rimpelig, aan top en voet uitgerand, niet knobbelig (fig. 567). De deelvruchtjes zijn bolrond opgezwollen , netvormig gerimpeld met 5 ingedrukte hoofdribben. De groeven hebben geen striemen. Het zuiltje is vastgehecht aan de vruchtjes, 2-spletig. 2-3 dM. O. Juni, Juli. De plant riekt naar wantsen. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in Zuid-Europa op bouwland voor en is bij ons op eenige plaatsen aangevoerd (Deventer, Alkmaar, Leiden (Groenhoven), Dordrecht, Arnhem, Usselo, IJselmonde). Familie 67. Araliaceae Juss. Klimopachtige n. Meestal houtige gewassen. Bladen verspreid, enkelvoudig, gaafrandig of gelobd, zonder steunbladen. Bloemen groenachtig-geel, regelmatig, twee- slachtig, meest in schermen. Kelkzoom ongedeeld of 5-tandig. Kroonbladen 5, 10 of meer, afwisselend met de kelktanden, afvallend, in den knop klep- vormig liggend, zelden ontbrekend. Meeldraden 5, met de kroonbladen ingeplant aan den top van de kelkbuis, die een bovenstandige schijf wordt. Vruchtbeginsel onderstandig, 2-10-hokkig. Stijlen vrij vaak verbonden. Vrucht meest besachtig, meest met eenige onvruchtbare hokjes. 1. Hédera^) Trn. H. Helix -') L. Klimop (fig. 568). Deze klimmende heester heeft een vertakten stengel, die zich met tal van hechtwortels vasthecht aan de voorwerpen, waartegen de plant opgroeit. De bladen zijn steeds groen, kaal, gesteeld, lederachtig, van bovendonkergroen, glanzend, vaak wit geaderd. Die der niet-bloeiende takken zijn 5-hoekig ge- lobd met een hartvormigen voet (fig. 568), die der bloeiende takken eirond, lang toegespitst. De bloemen staan in schermen of in ineen- gedrongen trossen. De bloemstelen zijn 2 cM lang of langer, rond, witviltig behaard. De kelk draagt 5 kleine tanden en is witviltig. De bloem- kroon is groengeel en 5-bladig, uitgespreid. Meeldraden zijn er 5 en op het onderstandige vruchtbeginsel, dat 5-hokkig is, zitten 5 saam


Size: 1438px × 1738px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants