Archive image from page 175 of De flora van Nederland (1909-11). De flora van Nederland defloravannederl02heuk Year: 1909-11. 146 — CARYOPHYLLACEAE. — FAMILIE 32. droogvliezig, met onbehaarden rand. De kelkbladeii zijn lancetvormig, spits, onbehaard, duidelijk 3-nervig. De kroonbladen zijn 2-deelig, korter dan de kelkbladen (fig. 161b). Het vruchtbeginsel is beneden versmald, daar- door is de kelk aan den voet trechtervormig (fig. 161a). De doosvrucht is eirond, even lang als de kelk en staat op een korten steel (vruchtdrager) (fig. 167). 21, 5-45 cM. Mei—Juli. Van Moehringia trinervia is de


Archive image from page 175 of De flora van Nederland (1909-11). De flora van Nederland defloravannederl02heuk Year: 1909-11. 146 — CARYOPHYLLACEAE. — FAMILIE 32. droogvliezig, met onbehaarden rand. De kelkbladeii zijn lancetvormig, spits, onbehaard, duidelijk 3-nervig. De kroonbladen zijn 2-deelig, korter dan de kelkbladen (fig. 161b). Het vruchtbeginsel is beneden versmald, daar- door is de kelk aan den voet trechtervormig (fig. 161a). De doosvrucht is eirond, even lang als de kelk en staat op een korten steel (vruchtdrager) (fig. 167). 21, 5-45 cM. Mei—Juli. Van Moehringia trinervia is deze plant gemakkelijk te onderscheiden door den kalen stengel en de 1-nervige bladen. Biologische bijzonderheid. De inrichting der bloem , met het oog op de bestuiving, is vrijwel als bij S. graminea. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt op moerassige plaatsen en aan slooten in geheel Europa voor en is bij ons vrij algemeen doch bijna alleen op zandgrond. 14. Moénchia ') Ehrh. M. erécta2) Fl. Wett. Moenchia (fig. 168). Uit den penwortei komt de teere stengel, die meest in de onderste bladoksels eenige bloem- of niet-bloemdragende takken draagt. De stengel is rechtopstaand, de takken zijn opstijgend, alle zijn onbehaard, blauwgroen. De bladen zijn weinig talrijk, rechtopstaand, lijn-lancet- vormig, spits, korter dan de stengelleden. De bloemen zijn klein en wit, zij staan 1-3 aan den top van lange stelen. De 4 kelkbladen zijn lancetvormig, spits, witviiezig gerand. De 4 kroonbladen zijn gaaf of iets uitge- rand, korter dan de kelkbladen (fig. 168). Er zijn 4 meel- draden en 4 stijlen, die teruggebogen zijn en tegenover de kelkbladen staan. De doosvrucht is langwerpig, recht, korter dan de kelk en springt met 8 omgerolde tanden open v (fig. 168). Soms zijn de bloemen echter 5-tallig. :. cM. f April-Juni. Mcenchia erecta Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt p. g„ in Midden- en Zuid-Europa voor op braakland, op zonnige ' ' heuvels en in w


Size: 1298px × 1540px
Photo credit: © Bookive / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: 1900, 1909-11, americana, archive, biodiversity, book, bookauthor, bookcentury, bookcollection, bookcontributor, bookdecade, bookpublisher, booksubject, bookyear, drawing, heukels_hendrik_1854_1936, historical, history, illustration, image, leiden_n_v_boekhandel_en_drukkerij_voorheen_d_j_br, new_york_botanical_garden_luesther_t_mertz_libra, ny_botanical_garden, page, picture, plants, print, reference, vintage