. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 44. — HYPERiCACEAE. 335. HypericuOT helodes Fig. 400. Biologische bijzonderheden. Bij vele Hypericumsoorten zijn kiierachtige^ kleverige kelken, die opkruipende insecten beletten naar de bloemen te komen, waar zij toch geen dienst zouden doen. De oliekliertjes in de bladen houden dieren terug om de plant te eten. De bloemen zijn groot, levendig gekleurd door bloemkroon en meeldraden. Zij bevatten geen honig (behalve misschien H. helodesj en zijn homogaam. H. helodes') L. Moer as h erts hooi (fig. 400). Deze plant gelijkt wel iets op H. humifusum, doch


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 44. — HYPERiCACEAE. 335. HypericuOT helodes Fig. 400. Biologische bijzonderheden. Bij vele Hypericumsoorten zijn kiierachtige^ kleverige kelken, die opkruipende insecten beletten naar de bloemen te komen, waar zij toch geen dienst zouden doen. De oliekliertjes in de bladen houden dieren terug om de plant te eten. De bloemen zijn groot, levendig gekleurd door bloemkroon en meeldraden. Zij bevatten geen honig (behalve misschien H. helodesj en zijn homogaam. H. helodes') L. Moer as h erts hooi (fig. 400). Deze plant gelijkt wel iets op H. humifusum, doch is veel krachtiger en heeft grootere bladen. Uit den wortelstok, die vertakt is, komen liggende, alleen aan den top. opstijgende stengels, wier takken opstijgend en dicht bebladerd zijn. De bladen zijn tegenover- staand, rond-eirond, zittend, half stengelomvattend, afgerond, met fijne doorschijnende puntjes en zij zijn fluweelachtig viltig, evenals de stengel. De bloemen staan in meest 3-bloemige, einde- lingsche bijschermen, zijn vrij groot, geel (vaak komen onder de topbloeiwijze alleenstaande bloemen voor) en alleen des middags open. De kelkbladen zijn eirond, door gesteelde klieren gewimperd, vliezig, 3-nervig. De kroonbladen zijn blijvend, 4-5 maal zoo lang als de kelk. Meeldraden 15, korter dan de kroonbladen, tegen het vruchtbeginsel liggend. Tusschen de meeldradenbundels zitten zeer kleine kroonachtige, tweespletige misschien honig- afscheidende klieren, die tegen het vruchtbeginsel zijn aangedrukt. De doosvrucht is ovaal, weinig langer dan de kelk, 1-hokkig, met 3 kleppen openspringend. 1-3 dM. ^. Juli—September. Voorkomen in Europa en in Nederland. Op vochtigen hei- en veengrond komt de plant in West-Europa voor. Bij ons is zij bijna uitsluitend op vochtigen heigrond en aan den rand van heipoelen gevonden. H. perforatum 2) l. Sint Janskruid (fig. 401). Uit den houtigen, vertakten wortelstok komen verschillende, rechtopgaande stengels, die rond zijn, doch met 2 uit


Size: 1386px × 1802px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants