. Ian vander Veens zinne-beelden, oft Adams appel. Verciert met seer aerdige const-plaeten mesgagers syne oude ende nieuwe ongemeene bruydt-lofs ende . e H> tVerfcheel van wel, of quaelijk te keven, QOo hoogh en is dezjon van dafgrondt niet verheven, Noch s Hemels vvaarde0troon van dit bedroefde dal»O f na des Heer en peyl, veel meer verfcheelen fal9 Het goede* en het quaad oft welen t qualijk leeven, ^23; dOnkuyfchéis [onder mft9 de dronkenschap doet fneeVin, Efai+1?: Enjdelheyt baart druk, en hooghmoet comt ten val, Vt^\\2Jg^ In t kort als Werrdts foet verandert fich i
. Ian vander Veens zinne-beelden, oft Adams appel. Verciert met seer aerdige const-plaeten mesgagers syne oude ende nieuwe ongemeene bruydt-lofs ende . e H> tVerfcheel van wel, of quaelijk te keven, QOo hoogh en is dezjon van dafgrondt niet verheven, Noch s Hemels vvaarde0troon van dit bedroefde dal»O f na des Heer en peyl, veel meer verfcheelen fal9 Het goede* en het quaad oft welen t qualijk leeven, ^23; dOnkuyfchéis [onder mft9 de dronkenschap doet fneeVin, Efai+1?: Enjdelheyt baart druk, en hooghmoet comt ten val, Vt^\\2Jg^ In t kort als Werrdts foet verandert fich in zal, „..hn k&aqinghin tgevvtfs, met jchnckenende beeven, 2I* Alaar hy die Gode vreefl, leeft vrolijk inde hoop, |Rob»Ji« En eyndight met geneucht zjyn Chriileltjken loop9 a&. 20: En z,ynne nedrigheyt en komt geen hooghmoet queüen* vxlt ïó* Syn kuyfche foberheytgeeft rufte in zjyngemoedt, I# rimou Mits zjyngevveeten hem een vajl betrouwen voedt, *, &?«Tefien het anjehijn Godts9 daart quaade moet ter Hellen* J2. Ii f%. Wat \ ZjO Wat over-lafl enpyn men t Eectle zjtai an-doet9Ofhoem en yt minder (paart hoe meerder dattet <voedti XLVIII,. N^_ Les larmes des martirs, lefang des Innocent,Eli lafemence dottfont accreu les Croyans* Wat i;i XL VIII. VVat over*-Ufk en pyn men V eedk z>aat an-doet,Of hoc men V minder jftaart heemeerder dat t et voedt. TJïer dorfchtmen uyttet ftro het angenaame Kooren,*^c Moet uyt fyn cygendom of daar t in is gebooren,En vverdtdaar na verplet vermorfeh in het end-t»De nuttighcyt van dien is jeder-een bekent,Van t goddelijke volk ftaac duydelijk gefchreevön,Hoe datfe fullen fyn verdelget en verdreven,Het hooft der Chriftenen het waalre Hemels Brood t,Voor-feydetmette mont, betiryghdentmetterdoodt,Ontcllijk fyn daar na vervvarreghten verbannen»Gehangenen gebrandtgepynnight engefpannen»En dit verkooren zaat der Martelaren bloedt,Heeft veele duyfenden tot Chriflenen gevoede» Lts larmes des martirs, Ie fang des fonocenuEjl Ufemettcedoufo
Size: 1860px × 1343px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1600, bookdecade1640, booksubjectemblems, bookyear1642
