. De flora van Nederland. Plants. Calamagrostis lanceolata Fig. 404. De kelkkafjes (fig. 404) C. lanceolata ') Rth. (C. Calaiiiagróstis Karst.). I^ 1 u i in riet (fig. 404). Deze plant heeft een kruipenden wortelstok met vrij dunne uitloopers en vormt kleine zoden. De stengel is rechtopstaand, iets slap, beneden glad, boven (boven het bovenste blad beginnend) ruw, vaak vertakt. De bladen hebben een gladde of iets ruwe, aan de onderste soms boven zacht be- haarde scheede en een vrij smalle (tot 5 mM breede), soms (vooral aan de zijloten) borstelvor- mig samengevouwen, boven zeer ruwe, meest ta


. De flora van Nederland. Plants. Calamagrostis lanceolata Fig. 404. De kelkkafjes (fig. 404) C. lanceolata ') Rth. (C. Calaiiiagróstis Karst.). I^ 1 u i in riet (fig. 404). Deze plant heeft een kruipenden wortelstok met vrij dunne uitloopers en vormt kleine zoden. De stengel is rechtopstaand, iets slap, beneden glad, boven (boven het bovenste blad beginnend) ruw, vaak vertakt. De bladen hebben een gladde of iets ruwe, aan de onderste soms boven zacht be- haarde scheede en een vrij smalle (tot 5 mM breede), soms (vooral aan de zijloten) borstelvor- mig samengevouwen, boven zeer ruwe, meest tamelijk stijve bladschijf. Het tongetje (fig. 404) is tot 3 niM lang, stomp, vaak franjeachtig. De pluim â is langwerpig, tot meer dan 2 dM lang, slap, overhangend, zelden stijf rechtopstaand, tijdens den bloeitijd gelijkmatig uitgespreid, daar- voor en daarna samengetrokken. Hare takken zijn dun, heen en weer gebogen, meest niet meer dan 5 cM lang. De aartjes zijn smal lancetvormig, kort (2 mM) of de eindelingsche langer gesteeld, violet of vuilpurper, zelden groen of witachtig. zijn smal lancetvormig, toegespitst, circa 4 mM lang, met groene midden- streep en meest met violette puntjes. Het onderste kelkkafje is iets langer dan het bovenste. De haren aan de as der aartjes zijn rondom gelijkmatig verdeeld en vormen een gesloten haarkrans, die uit even lange haren be- staat, de as is bijna niet of niet boven de bloem verlengd. Het onderste kroonkafje (fig. 404) is vrij smal, 2-puntig, meest 5-nervig, niet meer dan half zoo lang als de kelkkafjes, in het bovenste deel doorschijnend vliezig met een zeer korte, nauwelijks 1 mM lange, niet of weinig buiten de zij- spitsen uitstekende, rechte naald aan den top. Het bovenste is vrijwat korter dan het onderste. 4- 6-15 dM. Juni, Juli. Karakteristiek is voor deze soort de vaak zeer sterke vertakking der sten- gels uit de middelste en bovenste knoopen, waardoor de plant een zeer eigenaardig uiterlijk heeft. Na den bloei ziet de plant


Size: 1418px × 1761px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants