. Tijdschrift over plantenziekten. het maarte laten staan en af te wachten. Natuurlijk is het raadzaam,het graan op gescheurde graslanden wat dicht te zaaien;dan schaadt het miiider, als er een aantal planten te dicht mag men echter ook weer niet zaaien, met hetoog op de groote kans, die men dan op legeren heeft opeen bodem als gescheurd grasland. Daar men tegen de veterij van emek en ritnaald helaasniet veel kan doen, komt het mij derhalve het meest aan-bevelenswaard voor, op gescheurd grasland vooral bruineboonen, wortelen, koolrapen, uien, mangelwortels of suiker-bieten te tele


. Tijdschrift over plantenziekten. het maarte laten staan en af te wachten. Natuurlijk is het raadzaam,het graan op gescheurde graslanden wat dicht te zaaien;dan schaadt het miiider, als er een aantal planten te dicht mag men echter ook weer niet zaaien, met hetoog op de groote kans, die men dan op legeren heeft opeen bodem als gescheurd grasland. Daar men tegen de veterij van emek en ritnaald helaasniet veel kan doen, komt het mij derhalve het meest aan-bevelenswaard voor, op gescheurd grasland vooral bruineboonen, wortelen, koolrapen, uien, mangelwortels of suiker-bieten te telen, en — als de grond er geschikt voor is —liever aardappelen dan granen. Heeft men echter eenmaalgraan gezaaid, dan ga men, bij niet al te ernstige beschadigingin t voorjaar, niet tot omploegen en tot de teelt van eenander gewas over, maar wachte liever af. J. RiTZEMA Bos. DE BLOEDLUIS (schizoneura laxigera hausmann). Voorkomen en levenswijze. Dit insekt is een der ergstevijanden van onze ooftboomen, inzonderheid van Fig. 1. Tak van een appelboom met bloedluizen, in de afgescheiden, drade-rige wasmassa verscholen. Bij 3 enkele bloedluizen afzonderlyk. (üitEiTZEMABos. „Ziekten en Beschadigingen der ooftboomen; het cliché welwillendafgestaan door de firma J. B. Wolters te Groningen)- Men kan de door bloedluis aangetaste plaatsen gemakkelijkherkennen, doordat er een blauwwit, wolachtig pluis opvoorkomt (fig. 1); dit pluis, dat vooral des zomers zeerovervloedig is, bestaat uit lange wasdraden, die door debloedluizen worden afgescheiden uit klieren, die zich opde rugzijde vooral van het achterlijf bevinden. Onder entusschen die draden vindt men de luizen : peervormige lange oudere exemplaren, die blauwachtig bruin vankleur zijn, en jongere, die nog een meer gele kleur men ze dood drukt, laten zij een roode vlek achter, vandaar de naam bloedluis. Alle luizen zijn wijfjes; zij hebben6 pooten en twee voelsprietjes vóór aan den kop, aan welklichaa


Size: 1519px × 1644px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1800, bookdecade1890, bookidtijdschrifto, bookyear1895