. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 9. CONIFERAE. — 247 Biologische bijzonderheden. De grove den groeit op droge, warme zand- gronden tot vochtige veengronden toe. Hij stelt weinig eischen aan den bodem, alleen moet deze lucht bevatten en althans het vocht eenigszins doorlaten. Hij heeft echter behoefte aan licht en daarom sterven bij eenigermate dicht opeenstaan de binnenste takken spoedig af, zoodat de stam naakt wordt. De zijtakken, dicht bij den hoofdstam, zijn horizontaal, de verdere gaan boogvormig naar boven, de naalden dicht bij den top van iederen tak staan schuin naar boven, te
. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 9. CONIFERAE. — 247 Biologische bijzonderheden. De grove den groeit op droge, warme zand- gronden tot vochtige veengronden toe. Hij stelt weinig eischen aan den bodem, alleen moet deze lucht bevatten en althans het vocht eenigszins doorlaten. Hij heeft echter behoefte aan licht en daarom sterven bij eenigermate dicht opeenstaan de binnenste takken spoedig af, zoodat de stam naakt wordt. De zijtakken, dicht bij den hoofdstam, zijn horizontaal, de verdere gaan boogvormig naar boven, de naalden dicht bij den top van iederen tak staan schuin naar boven, terwijl de oudere, welke verder van den top aan de onderzijde van het bijna horizontale deel zitten, schuin naar beneden en naar buiten staan. De regendroppels, die op de opstaande naalden vallen , glijden naar het takje af en komen van daar op de naar beneden en naar buiten gerichte naalden, zoodat zij dan op lagere takken vallen en meer naar buiten en zoo ten slotte aan den buitenomtrek, als bij de meeste boomen, naar beneden vallen. De bovenzijde van alle meeldraden is door het naar boven gebogen zijn der zijranden en door het naar boven gestulpt zijn der vliezige schub, waarin het helmbindsel uitloopt, iets groefachtig verdiept, ook bevindt zich daar rechts en links van de middellijn van iederen meeldraad een ondiepe groeve (fig. 153, 1). Het stuifmeel van een hoogeren meeldraad valt in die verdieping en daar zich gewoonlijk alle in een aar samengedrongen meel- draden te gelijk openen, zijn alle uithollingen er onder met stuifmeel gevuld. Dit blijft liggen, als er geen wind is, doch worden de takken geschud, dan komt het er als wolkjes uit en wordt door den wind meege- voerd naar de vrouwelijke bloemen (fig. 153, 2). Voorkomen in Europa en in Nederland. De grove den komt in Noord- en Midden-Europa voor, vooral op zandgrond. Hij vormt daar soms zeer uitgestrekte bosschen. Toch is het nog niet uitgemaakt, of hij daar wel oorspronkelijk te huis behoort. Ook bij ons komt hij al
Size: 1428px × 1751px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants