. De godlievende ziel vertoont in zinnebeelden . Tl CUi il, cjuia incciaiicj nttué proumaatiu esê,■ iac/iu: i cutfi nuL^iéuïiiLcus fédar; tnuctum. van H. H u g o. 39 XXXVIII. Ik elendig menfcb! wie zal my verloffen uit betlichaam dezes doots. Rom. VII. 24. DE doot heefc my omvat, k ben in den doot be-floten. Och, myelendige! wie redt en lofc me er uit?Want, zoo deesbangc bant nogh naeuwer om myfluit,Srcrve ik aen hartewce. Wat heeft my lang ver-drotenDat worftlen met my zelf $ die ftryt van vleefch engeelt!O onweerftaenbre Macht! o groote wonderwerker!Ontferm u over my, en help me uit dezen ke


. De godlievende ziel vertoont in zinnebeelden . Tl CUi il, cjuia incciaiicj nttué proumaatiu esê,■ iac/iu: i cutfi nuL^iéuïiiLcus fédar; tnuctum. van H. H u g o. 39 XXXVIII. Ik elendig menfcb! wie zal my verloffen uit betlichaam dezes doots. Rom. VII. 24. DE doot heefc my omvat, k ben in den doot be-floten. Och, myelendige! wie redt en lofc me er uit?Want, zoo deesbangc bant nogh naeuwer om myfluit,Srcrve ik aen hartewce. Wat heeft my lang ver-drotenDat worftlen met my zelf $ die ftryt van vleefch engeelt!O onweerftaenbre Macht! o groote wonderwerker!Ontferm u over my, en help me uit dezen kerker;Zoo dieue ik u nogh eens in vryheit, wille,ikpoge,ik tracht;maer kome tot geen keure uw wetten, alsvolmaekt, ten hoogden goet;Maer (welkeen wet het zy?) ik vindein myn ge-moetEene andre wet, die my verflaeft houdt en , onachtfaemheit, verdorvene natuur,Door wei vermydbre fchult, bemeefteren myn ras uw Geeft myn geeft opwekt om u te minnen, Staen deze tegen my, gelyk een kopre overmeefteren en nemen my gevangen,t Geen my van wanhoop houdt,is,dat ik zelve nietZoo zeer toeloope als


Size: 1277px × 1955px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorhugoherman15, booksubjectemblems, booksubjectloveinart