. De flora van Nederland. Plants. — ONDERWERPEN UIT DE PHYSIOLOGIE EN BIOLOGIE DER PLANTEN. — 31. Fig. 98. jMoiiddeelen van Eristalis. 1. Kop met ingetrokken slurf van onderen gezien. 2. Hetz. met uitgestoken slurf van boven gezien. .?. Hctz. met uitgestoken slurf van ter zijde gezien. a oog, b sprieten, cc eindkleppen der slurf, cc' onderste slip der slurf, d goot aan de bovenzijde van de slurf, c harder chitinestuk aan de onderzijde van den top der slurf, ƒ samentrekbaap middelste deel der slurf, g samentrekbare voet der slurf, h bovenlip , naar beneden gootvormig uitgehold en het stuk /, da
. De flora van Nederland. Plants. — ONDERWERPEN UIT DE PHYSIOLOGIE EN BIOLOGIE DER PLANTEN. — 31. Fig. 98. jMoiiddeelen van Eristalis. 1. Kop met ingetrokken slurf van onderen gezien. 2. Hetz. met uitgestoken slurf van boven gezien. .?. Hctz. met uitgestoken slurf van ter zijde gezien. a oog, b sprieten, cc eindkleppen der slurf, cc' onderste slip der slurf, d goot aan de bovenzijde van de slurf, c harder chitinestuk aan de onderzijde van den top der slurf, ƒ samentrekbaap middelste deel der slurf, g samentrekbare voet der slurf, h bovenlip , naar beneden gootvormig uitgehold en het stuk /, dat waarschijnlijk door vergroeiing der beide zachte met chitinelijsten bezette kussen, om stuifmeel te eten en dienende daar zittende stijve chitinebladen alleen tot {j;eleidinj^ van het zuigtoestei. De snuit wordt hier niet teruggetrokken. Het zuigtoestei is het hoogst ontwikkeld bij de Eristalissoorten Eristalis tenax (een Syrphide) terwijl de langste snuit bij een andere Syrphide voorkomt bij Rhingia rostrata <\\g. 99) waar de snuitlengte 11 a 12 niM. bedraagt bij een lichaamslengte van 10 mM. Van de alleen honig zuigende vliegen dragen de Empiden hun rechte dunne snuit recht naar beneden en gebruiken hem ook het liefst zoo. Bij de Conopiden is de naar beneden gerichte snuit aan den voet en soms ook in het midden knievormig omgebogen en is het voorste deel in het laatste geval nog als een knipmes om- , , , ... ^ , , , a ^ ^ " " ^ bovenkaken IS ontstaan, *• onderkaken, /onderkaaks- geslagen. De Bombyliden daar- tasters, mm randen der uitholling aan de onderzijde , j , .^ ,. , .. van den kop, waarin zich de geheele slurf terugtrekt. entegen dragen hun snuit, die bij Bombylius major 10 mM. lang is, naar voren gericht. Zij steken vrij zwevend hun snuit in de bloemen en vliegen met stooten, evenals de Sphin- giden onder de vlinders, van bloem tot bloem. Toch zijn er geen bloemen, die geheel ingericht zijn voor het bezoek van de genoemde vliegensoorten
Size: 1982px × 1260px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants
