. Dr. van Gorkom's Oost-Indische cultures. Opnieuw uitg. onder redactie van Prinsen Geerligs. [Door van der Stock et al.]. Agriculture; Agriculture; Plantations. 5L2. Fig. 154. Het ontbolsteren van kapokvruchten. Een larve van een insect van het geslacht Alcides tast de jonge takken aan en doet hen verdrogen. Apen, ratten en muizen doen zich te goed aan de jonge vruchten, maar veroorzaken minder verlies dan de kalongs. 5. Oogst. Tegen het vijfde jaar komt de kapokboom in pro- ductie en gaat daarmede dan onge- veer een menschenleeftijd voort. De bloei begint gewoonlijk in de twee


. Dr. van Gorkom's Oost-Indische cultures. Opnieuw uitg. onder redactie van Prinsen Geerligs. [Door van der Stock et al.]. Agriculture; Agriculture; Plantations. 5L2. Fig. 154. Het ontbolsteren van kapokvruchten. Een larve van een insect van het geslacht Alcides tast de jonge takken aan en doet hen verdrogen. Apen, ratten en muizen doen zich te goed aan de jonge vruchten, maar veroorzaken minder verlies dan de kalongs. 5. Oogst. Tegen het vijfde jaar komt de kapokboom in pro- ductie en gaat daarmede dan onge- veer een menschenleeftijd voort. De bloei begint gewoonlijk in de tweede helft van Mei, wanneer de boomen nog volop in het blad staan; tijdens den bloei begint de bladval. Over het geheel bloeit de kapok 3 tot 4 keer per jaar met tusschenpoozen van 2 tot 3 weken. Regen in den bloeitijd en ook tijdens de vruchtzetting is niet van voordeel. Somtijds ziet men daardoor de jonge vruchten zwart worden en afvallen. Is het weder te droog, dan blijven de vruchten klein en leveren een korten stapel. Daar de vruchten niet tegelijkertijd rijpen, moet er voor gewaakt worden, dat er bij den oogst geen onrijpe worden ingezameld. Nu heeft dit sorteeren aan den boom zijne bezwaren; somtijds schudt men met een lange, dunne bamboe (b. woeloeh), waaraan een houten haak bevestigd is, de takken. Daar deze echter niet sterk zijn, breken zij licht af, terwijl ook wel groene vruchten worden afgeschud. Bij zeer hooge boomen slaagt men op deze wijze niet en moet in de boomen worden geklommen, om de vruchten te plukken of te schudden. Daar in de wijze van klimmen nog wel verbetering te wenschen is, raadde de heer Bleij aan, de methode der Ceylonsche klapperplukkers door Javanen te doen aanleeren. Gewoonlijk plukt men alleen in de morgenuren, onder andere omdat de plukkers zelf de vruchten naar het etablissement moeten brengen en ze zelf van de schil moeten ontdoen. Men betaalt gewoonlijk. Please note that these images are extracted from scanned page images that may have bee


Size: 1330px × 1878px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1910, booksubjectagriculture, bookyear