. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose . Leon-tij volck, niet alleen de neus, maer ook den kop af-houwen. FULGOSUS. VII. DE langh-gebeckte Kraen den fchalckén Vos Vos, die op de koomft van zijn vrundinnc paften, De fpijze rechten aen, in t plat van een platteel: (deel. Dies pronckten Juffrou Kraen, maer Reyntgen kreegh zijnDit heeft haer tot in t hert verdroten en gefpeten,Doch heeft zy t ongemerckt voor fuycker opgegeten,


. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose . Leon-tij volck, niet alleen de neus, maer ook den kop af-houwen. FULGOSUS. VII. DE langh-gebeckte Kraen den fchalckén Vos Vos, die op de koomft van zijn vrundinnc paften, De fpijze rechten aen, in t plat van een platteel: (deel. Dies pronckten Juffrou Kraen, maer Reyntgen kreegh zijnDit heeft haer tot in t hert verdroten en gefpeten,Doch heeft zy t ongemerckt voor fuycker opgegeten, Ter tijd zy om haer leet te wreken was gereet, En Reynert oock genood haer tafel heeft bekleed :Maers Kranen loosheyd heeft hy haeftelijck vernomen •,Doen hy t eng-halzigh vat met fpijs ter difch zagh komen-. De fmetfende weerdin lpreeckt tloofe Posken aen : Hoe Reynaert eet ghy niet, laet ghy mijn fpijfe ftaen ?„ Hoe fmaeckt mijn difch-gerecht ? de Vos die lpreeckt ten beften:„ Die met een ander fpot, word zelf befpot ten leften. „ Want wie met andren fchempt en houd zijn ipótgeral ? „Denck vrylijck dat hy weer befchempet werden zal. I Warande der Dieren. f. Tauw ende V NachtegaeL. SUlcken eygenfchap had Caïïinous de Soon CaUiopes. Dewelckeofhy wel niet alleen fchoon van lijf ende gedaentewas, maer oock van een goede natuere, ende daerenboven meegroote gaven des verftants verciert, foo heeft hy nochtans deGoddinne Calliope raets gevraeght, hoe hy de faeck foude aen-vangen om de kunft van Tingen wel te leeren. Daer op Calliopehemantwoorde: Hyfoudhemmet de gaven die hem verleentwaren, genoegen laten, ende nae gheen andere gaven Adagiis. VIII. DE fchoon-geveerde Tauvv aenhoorde metbegeerenHet Nachtegaelkenm de wilgen quinckeleeren,En werd by na verlieft opt lieffelijck gezanckEn t goddelijck mufijck dat uy t de tacken laetftcn fprackfealdus: O Moeder aller dingen !Nature die my voor vele andren zonderlingenEnheerlijck hebt geciert, hoe was ik


Size: 1718px × 1454px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookdecade1680, bookidvorstelijckewara82vond, booksubjectemblems