. Goddelyke liefde-vlammen, van een boetvaardige, geheyligde, liefhebbende, en aan haar selfs-stervende ziele : in drie deelen verdeelt, af-gebeeld door vijftig nette koopere figuuren : neffens haar verzen, aanmerkingen, gezangen, en ziel-zuchtingen . VI F ie uur. Een Ziele 3 Godt ontmoedigt e vait vallende. ALmachtig, Heer, vol goedheyd en genade,Ontfermt u doch , en fiet niet aan mijn quad>e iAch ftek u niet foo vreeflijk tegcns my,Uie door uw toorn en grimmigheyd fo ly:visrecht, ik hebt verdient: ik moet tot allen tijden;Al mijn bedreve quaad iiy t s herten grond belyden jIk heb gefondig


. Goddelyke liefde-vlammen, van een boetvaardige, geheyligde, liefhebbende, en aan haar selfs-stervende ziele : in drie deelen verdeelt, af-gebeeld door vijftig nette koopere figuuren : neffens haar verzen, aanmerkingen, gezangen, en ziel-zuchtingen . VI F ie uur. Een Ziele 3 Godt ontmoedigt e vait vallende. ALmachtig, Heer, vol goedheyd en genade,Ontfermt u doch , en fiet niet aan mijn quad>e iAch ftek u niet foo vreeflijk tegcns my,Uie door uw toorn en grimmigheyd fo ly:visrecht, ik hebt verdient: ik moet tot allen tijden;Al mijn bedreve quaad iiy t s herten grond belyden jIk heb gefondigt Heer 5 k weet ook geen bloem noch fchyn,Waar onder myn bedry? bewimpelt foude zyn 33k Ontfie noch eer noch fcharid: k ben niet te beklagen >Al moet ik openbaar mijn zondens ftraffe djagen sIk leg hier voor uw neer, & God ! fiet my doch aan ,En wilt my in uw toorn niet t eenemaal vcrflaan!Seg waar meed ik myn ykefcjh {alftrafïienenkaftyden 3ïk fai het doen 3 myn Godt, al fou ik foo veellyden. Antwoord. Klaag!. %, vers 19. Maaktyop, maakt gefchrey des Nagts, in denhegïnnsder Niïgt-wake , ftort u bert eâ ttyt voor bet aangejïfhte desHeer en 3 als water; heftuwebandeutQtbe77yop. VI. Fv L IE Figuur. *?.. Klaag}. 2. vers 4* Hy heeft zynen boge ge/pannen als een Vyand, hyheeft fich met zyne rechterhand geftelt als eentegenpartyder , dat hy doode al de begeerlijkedingen der oogen: Hy heeft zyne grimmigheydin de tente der Dochter Zions uytgefictr c als penvyer. ⢠G 4 * Ar,%- t4 GODDEL YK E Aanmerking op de VI. Figuur. Voyfe P/alm C. MYn God, rnijn Heer, mijn leven!Hoe lange fal ik heven Voor uwen toom doch?Och.! laat doch uw genade tMjn Zieje foo bclade, NuMoch verquikken lang, hoe lang, q Heere!Sult gy u van my keere, En u verbergen gaan?Sal dan uw toornighedenSteeds branden door mijn leeden « En niet eenmaal vergaan? Gedenkt mijn Gqdt, gepreefêr^,Wanneer gy my een wefen Bereyd hebt, en gemaaktUyt ftof en flijk der aar


Size: 1473px × 1696px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookidgoddelyke, booksubjectemblembooksdutch, booksubjectemblems