. Beschryving van Ysland, Groenland en de Straat Davis. : Bevattende zo wel ene bestipte bepaling van de ligging en grote van die eilanden, als een volledige ontvouwing van hunne inwendige gesteltenis, vuurbrakende bergen, heete en warme bronnen enz. een omstandig bericht van de vruchten en kruiden des lands; .... Anderson, Johann, 1674-1743; Natural history; Natural history; Eskimo languages; Indian linguistics; genealogy. 94 BESCHRYVING Van de Eb en Vloed. Geftelt- water. zyne ligging een weinig overweegt. Dikwils bulderen dezel- ve zeer hevig , en perffen en dry ven de golven ongeloorlyk ho


. Beschryving van Ysland, Groenland en de Straat Davis. : Bevattende zo wel ene bestipte bepaling van de ligging en grote van die eilanden, als een volledige ontvouwing van hunne inwendige gesteltenis, vuurbrakende bergen, heete en warme bronnen enz. een omstandig bericht van de vruchten en kruiden des lands; .... Anderson, Johann, 1674-1743; Natural history; Natural history; Eskimo languages; Indian linguistics; genealogy. 94 BESCHRYVING Van de Eb en Vloed. Geftelt- water. zyne ligging een weinig overweegt. Dikwils bulderen dezel- ve zeer hevig , en perffen en dry ven de golven ongeloorlyk hoog. Met de noordwefte winden heeft men 'er (ten min- ften aan de zuidkuft) fchoon, daar tegen met de zuidweften liegt weer, en met de zuidzuid-ooflen den meeden ftorm. g. LXXX. Vloed (to) hebben zy , gelyk anderen in en aan de Noord - Zee lager gelegene, twemaal in 24 u- ren, en met de alomme gewone veranderingen, naar de ver- wiffeling der maan: hierby zouden dezelve zo geregelt en zwaar zyn, dat, offchoon de winden hevig waven, nochtans gene merkelyke verandering of verhaafting befpeurt word. De Vloed koomt uit het ooften, en de Eb uit het wellen. De gemene vloed klimt tot 12 voeten hoog. g. LXXXI. Het Zeewater is, zo ik verneme, by Yfland heid van veel zouter , dan wel lager in de Noord-Zee., waar van de het zee- oorzaak zoude konnen wezen, dat niet alleen door de ftren* ge vorft de zee zeer fterk uitdampt (x); maar ook een groot gedeelte van het onzoute water van het oppervlak zich in wyde ysvelden verzamelt en bevrieft, behalven, dat noch een gedeelte van het zelve, vermits zyne ligtheid, door de gefta- dige hevige en droge winden verftuift en verwaayt ; weshal- ven het overige water, door de by alle deze fleeds terug blyvende zware zoutdeeltjens, noodwendig te zouter bevonden moet wor- den. Gelyk als onder de hete luchtitreek het zeewater veel zouter (y) als in zoeler oorden is, vermits de zon, door hare overgrote en lynrecht neder vallende hette., ene gelykvormige,


Size: 1623px × 1539px
Photo credit: © Library Book Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., booksubjectindianlinguistics, booksubjectnaturalhistory, bookyea