. Zinne-beelden der liefde, met puntdigten . tu rivalem noli tibifingere quemquam:lnque fuo folam crede jacere toro. In de vierde Elegia van het derde boe^ zyner minnedigten, ge-tuigt hy v?n zig zelve dat hyop een getrouwde Vrouw meeftwas verheft geworden om dat haar Man Jaloers van haar was :waar in hem Ph. des Portes heeft gevolgt Amours de Diane lib. Ook heeft de ondervinding menige geleert dater nietszoo bekwaam is om een Vrouw tot zyn wil te krygen als haarte overtuigen dat haar man van haar Jalours is, en de rede daarvan zou mogelyk ook ligt te vinden zyn; want hier door zietzy


. Zinne-beelden der liefde, met puntdigten . tu rivalem noli tibifingere quemquam:lnque fuo folam crede jacere toro. In de vierde Elegia van het derde boe^ zyner minnedigten, ge-tuigt hy v?n zig zelve dat hyop een getrouwde Vrouw meeftwas verheft geworden om dat haar Man Jaloers van haar was :waar in hem Ph. des Portes heeft gevolgt Amours de Diane lib. Ook heeft de ondervinding menige geleert dater nietszoo bekwaam is om een Vrouw tot zyn wil te krygen als haarte overtuigen dat haar man van haar Jalours is, en de rede daarvan zou mogelyk ook ligt te vinden zyn; want hier door zietzy dekleinagtingdiehaarman haar toedraagt, vermits hy doorzyne Jalouzy te kennen geeft, dat hy haare deugd miitrouwt,en aan de andere zyde geeft hy het mifvertrouwen van zig zel-ven te kennen, meenende dat een ander bekwaamer is als hyom zig van zyn Vrouw te doen beminnen. Dog dit is buitenmyn oogwit die hier van een gefchicdenis gelieve te zien kc-ze defchadelyke nieuwsgierigheid in de Don Quichot van Savedra. 3*9 LIEFDE IS SCHOON IN t y-ï&ez^ De Satyrdoor de glans van t fïikkrend vuur bedrogen ;Door t Hel geftraal, en door de goude vlam verbluft*Omhelfl het, maar Helaas! de onnozele bevint Heet pynelyk het geen foo fchoon was in zijn oogen ;Dus is de min, die ons in t oog heel veel vermaakt»Heel pynelyk indien men haar te veel genaakt* LIEF. 3*1DE LIEFDE IS SCHOON IN T OOG. ït Zinnebeeld is teenemaal uitgelegt door den Rid-der Guarini in zyncn-Paft. fido ƒ. .alwaarhy den Satyr dus ipreekende in voert. Cöme il gelo a Ie piante, a i flor Varfura 9Lagrandine a lefpiche, a i femi il verme,Le reti a i cervi, ed agli augelli il vifcosCojïnemico a Thuom fu fempre chifoco chiamollo, inteffe moltoLafua naturaperfida, e èlfocojïmira, ocomeèvagojAfa fe Ji tocca, o come e crudo: il monduJSfon ha di lui piu fpavente vol f era divora, e como ferroPugne, e trapaffa e come ventovola,E dove il piede imperiofo ferma,Ce de , ogni


Size: 1482px × 1686px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookidzinnebeeldenderl02elge, booksubjectemblems, bookyear1732