. Bloem-tuintje : bestaande in twee deelen : het eerste in innerlyke bedenkingen, en geleikenissen, het tweede in eenige zang- en lees-rymen . zich menig Menfch door vryheid laat verlokken^Nooit heeft het Ghridenryk zo heerelyk gedaan ,Als doen het wiert vervolgt en alle fmaat gedaan :Want men t doen alle daag zag wallen en vermeèren 5Maar zint de ftrenge tyd in vryheid ging verkeren,Zo fchynt et afgedaan te zyn van dag tot dag,Want het floreert nu niet gelyk het eertyds liefde fchynt helaas! al meerder te verkouwen, t Welk •il Aan 7*. J. Dochter, 35-f 1 Welk voor een Goddlyk hert bedr


. Bloem-tuintje : bestaande in twee deelen : het eerste in innerlyke bedenkingen, en geleikenissen, het tweede in eenige zang- en lees-rymen . zich menig Menfch door vryheid laat verlokken^Nooit heeft het Ghridenryk zo heerelyk gedaan ,Als doen het wiert vervolgt en alle fmaat gedaan :Want men t doen alle daag zag wallen en vermeèren 5Maar zint de ftrenge tyd in vryheid ging verkeren,Zo fchynt et afgedaan te zyn van dag tot dag,Want het floreert nu niet gelyk het eertyds liefde fchynt helaas! al meerder te verkouwen, t Welk •il Aan 7*. J. Dochter, 35-f 1 Welk voor een Goddlyk hert bedroeft \% aan te fchouwen,O dwaasheid al te groot! dat nu de Menfch vertraagt,En in dees gulden tyd geen beter vrugten draagOch! of(gelyk een fchat) dees tyd wiert waargenomen^Op dat Godt met zyn roe niet weder hoeft te komen,Waar mee hy daaglyks dreigt: en t fchynt oft onze beurtEerlarg wel wezen mocht,20 Godt geen beetring fpeurtiNuiMaagt, toteenbefluit, ik bid ons Godt lal geven^t Geen ons van nooden is om na zyn wil te leven;En zo t hem aldermeefl: tot eere dienen mach,En ons tot zaligheid in Ghrillus Oordeel-dagi Godt de Pkys* \-. SPIE^ 3J6 spiegel! i Voor de Levendige :Waar in VErfcheide xonden ende quade werken ( waar dooide Menfchen in de Verdoemeniire komen te geraken) vertoont worden : Mitsgaders de elendige (laatdie de Goddeloozen na dezen leven te verwachten hebben; doch wort (op het duizentftedeel na) niet zefchrikkclyk vertoont, als de godtloozen die zelve zul Iervinden: den Propheet 3^^-:, ^. D<dag des Heeren komt grouwelyk met verholgentheïd e}hittige toorn, om het land te {lellen tot uerwoeftingeen ie dezelfs zondaars daar nit te verdelgen. Ge willelyk in een diergelyke en elendige ftaat zullen de Zondaars naamaals zyn , voor iny onmogelyk om dzelven uit te fpreken; doch wort hier echter fchrikkelyken afgryfTelyk vertoont: alles ten dien einde , o]dat een ieder daar door een fchrik en afkeer van de zondeizoude mogen krygcn , welke de oorzaaken zyn w


Size: 1756px × 1423px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., boo, bookdecade1720, booksubjectconductoflife, booksubjectemblems