. Coleoptera Neerlandica : de schildvleugelige insecten van Nederland en het aangrenzend gebied. Beetles. LV. LyMEXYLONIDAE. -â¢Lymkxylon. LVI. 199 Ljiiiexjion Fabr. Kop ko,!;clvotmig, van achicren sterk isii^esiwcrd; met de groote, sterk mtpuilende, van voren iets uitgerande, oogen breeder dan het halsscinld van voren. Bij het i de ooi^en iets dichter bijeenstaande. Voorhoofd in de lengte iets ingedrukt, zonder bultje op het midden. Sprieten iets langer dan kop en halsschild te samen, suoervormig, in het midden een weinig verdikt. Monddeelcn als bij llylecoetus, doch nog minder ont


. Coleoptera Neerlandica : de schildvleugelige insecten van Nederland en het aangrenzend gebied. Beetles. LV. LyMEXYLONIDAE. -â¢Lymkxylon. LVI. 199 Ljiiiexjion Fabr. Kop ko,!;clvotmig, van achicren sterk isii^esiwcrd; met de groote, sterk mtpuilende, van voren iets uitgerande, oogen breeder dan het halsscinld van voren. Bij het i de ooi^en iets dichter bijeenstaande. Voorhoofd in de lengte iets ingedrukt, zonder bultje op het midden. Sprieten iets langer dan kop en halsschild te samen, suoervormig, in het midden een weinig verdikt. Monddeelcn als bij llylecoetus, doch nog minder ont- wikkeld; alleen de kaaktasters in beide seksen krachtig, bij het $ gewoon, knolsvor- mig, 4-ledig. Bij het i het ze kaaktaster-lid groot, uitgehold; het ie kort, gedeel- telijk in het voorafgaande verborgen, napvormig en van een groot, kwastvormig aan- luui'-sel voorzien, dat uit talrijke, gedeeltelijk gevorkte takjes is samengesteld; het 46' '//(/ lani^ïuerpiir-ovaal. Halsschild ongeveer zoo lang als breed, langs de zijden niet gerand; naar voren versmald. Deksckilden korter dan het achterlijf, naar achteren een weinig versmald, vooral bij het $. Achterlijf met 6 sterniten. Voortarscn kort; de eerste lee'djes iets verbreed, op de onderzijde borstelachtig. Middel- en achtertarsen, vooral het ve lid der achtertarsen, sterk verlengd. Klauwen gewoon. Lichaam smaller dan bi; llylecoetus, lang gestrekt. De eenige Europeesche soort komt ook in het aangrenzend gebied voor. Lichanni lijn bcliaard. Het <? zwart; de dckscliildcn met cciii: grcjDtc, tot aan liet midden van den naad reikende, sentellairvlek, de sprietwortel, de munddeelen, het acliterhjl en de püulcn geel. liet % rocstkleurig ot' okergeel; de kop, alsmede de zijrand en liet iiitenidc der dek- schilden zwartacluig. llalsscliild iets smaller dan de deksehildcn, fijn bestippeld. Dekschilden zeer lijn en dicht bestippeld. Lengte 8 â 10 mm. In eikenhout; zoowel in bosschen als op scheepstimmerwcrven, waar zij soms


Size: 1347px × 1854px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1800, bookdecade1890, booksubjectbeetles, bookyear1898