. Zederyke zinnebeelden der tonge . handel, als de fpinnen,Vergift zuigt; k ken geen dief zoo fchadelyk óf boos, Als de achter klapper, foei! die by een windt wil keven, En de eer fieelt, die gy zelf ontfangt, nóch weer kimt geeven. B E. 44 ZINNEBEELDEN BESPOTTING E. Diim ferit, perit. D, e fynfte deelen van het water, door de zonGetrokken naar om hoogh uit zee, en beek en bron,Verandren in de lacht door koude in hagelfleenen,Die 5 als de Zomer voor de Herfftmaandt is verdweenen,Veeltydts het weeldrigh graan en ooft verflaan op t een dolle orkaan de wolken parft en knelt,Maar gaa


. Zederyke zinnebeelden der tonge . handel, als de fpinnen,Vergift zuigt; k ken geen dief zoo fchadelyk óf boos, Als de achter klapper, foei! die by een windt wil keven, En de eer fieelt, die gy zelf ontfangt, nóch weer kimt geeven. B E. 44 ZINNEBEELDEN BESPOTTING E. Diim ferit, perit. D, e fynfte deelen van het water, door de zonGetrokken naar om hoogh uit zee, en beek en bron,Verandren in de lacht door koude in hagelfleenen,Die 5 als de Zomer voor de Herfftmaandt is verdweenen,Veeltydts het weeldrigh graan en ooft verflaan op t een dolle orkaan de wolken parft en knelt,Maar gaan door haar geweldt ook eindelyk verlooren,t Zy datze fmelten, of verbryflen in haar flaat een fpótter, vol quaadtaardigheidt en nydigheidt of zucht tot ruftelooze twift,Zyns naaftens goeden naam en werken met de roedeVan zyne bitze tong, en duidt geen vlek ten goede : Doch 5 hoe hy fchimpt en f leekt, zyn fchimpfcheut mi ft zynkracht. En ftompt, wanneer men hem geen antwoordt waardighacht. h- DER TONG E. 45. Invidia magnis addita ejl mrtutibus,Ut umhra luci, f umus ut flamma comes,Qui fub flagranti folis (bJIu plurimiisVias capejffitf decolori tingiturFerrugine ora: Jic honejii quos decusJllujlrat, hofce livor infufcat malus, D, B, Ge^ 45 ZINNEBEELDEN t^ elyk wy Iris , of den Regenboog van faffraan,^-^ purper en groen overkonftigh gelchakeert, zichaan den hemel zien vertoonen , even alzoo kan menzeggen , dat een Befpótter met gemelde drie verwenbedeelt is, tot befchadiging van anderen, te weeten metfafFraan , als hy Gódt, die t ongenaakbaar licht be-woont, zelfs niet onbefchimpt lafxt; met groen, nadienhy zyne medemenfchen , die de aarde bewoonen , ge-ftadigh befpot; en met purper, alzoo hy zelfs de afge-ftorvenen, niet verfchoont. Godt wordt voorzeker-lyk befchimpt, wanneer men zeggen durft , dat hygocdt is; dat de duivel zoo zwart niet is , als menhem affchildert, noch de hel zoo verfchrikkelyk , ge-lyk gezcgt werdt, en de hemel veel wyder, dan men v


Size: 1570px × 1591px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorfolkemajacob16921767, bookauthorsc, booksubjectemblems