. De flora van Nederland. Plants. 274 — LILIACEAE. — FAMILIE 10. De bladen behooren dus in den bloeitijd tot 2 generaties. Het eene behoort bij den bol, die dit jaar bloeit, het tweede tot den bol, die het volgend jaar zal bloeien. Bijzonder is verder dat het buitenste blad van iedere generatie in een bladschijf uitloopt, het 2^ niet, het 3^ weer wel, terwijl meest eerst inden bol bladen zitten, die alleen scheeden zijn en dan scheeden, die bladen dragen. Biologische bijzonderheden. Van de 6 meeldraden openen zich eerst de helmknopjes van de 3 binnenste en dan van de 3 buitenste. In dien tijd
. De flora van Nederland. Plants. 274 — LILIACEAE. — FAMILIE 10. De bladen behooren dus in den bloeitijd tot 2 generaties. Het eene behoort bij den bol, die dit jaar bloeit, het tweede tot den bol, die het volgend jaar zal bloeien. Bijzonder is verder dat het buitenste blad van iedere generatie in een bladschijf uitloopt, het 2^ niet, het 3^ weer wel, terwijl meest eerst inden bol bladen zitten, die alleen scheeden zijn en dan scheeden, die bladen dragen. Biologische bijzonderheden. Van de 6 meeldraden openen zich eerst de helmknopjes van de 3 binnenste en dan van de 3 buitenste. In dien tijd strekt zich de eerst 2-3 mM lange stijl tot de dubbele lengte en de stempel is dan geschikt om stuifmeel op te nemen. De insecten, die naar den honig dringen, raken met de eene zijde van hun lichaam de naar boven geopende helmknopjes, met de andere den stempel aan, zoodat bestuiving uit andere bloemen licht zal plaats grijpen. Blijft insectenbezoek uit, dan kan spontane zelfbestuiving geschieden, doordat zich de stijl in het laatst meestal naar de helmknopjes overbuigt. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in geheel Europa voor in bosschen, op beschaduwde, grazige plaatsen en aan slootkanten en is bij ons vrij zeldzaam. Volksnamen. In de duinstreek en op Walcheren heet de plant daslook,. op Walcheren ook boschlook. A. Schoenóprasum 1) L Bieslook (fig. 182). Deze plant is onbehaard. De stengel is rond, hol, aan den voet meest door bladscheeden omhuld, meest langer dan de cylindrisch-priemvormige, wijd buisvormige, niet opgeblazen bladen. Omwindselbladen zijn er 2-3, deze zijn niet toe- gespitst, eerst donkerpurper. De bloeiwijze is schermvormig, bolrond, zonder bollen. De bloem- stelen zijn korter dan de vrij groote bloemen. Het bloemdek is althans boven stervormig uitgespreid. De bloemdekbladen zijn lancetvormig tot eirond of langwerpig-lancetvormig, spits of toegespitst, rose- violet of rosé met donkerder middenstreep, zelden bijna wit, langer dan de priemv
Size: 1375px × 1818px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants