. De flora van Nederland. Plants. Betonica officinalis Fig. 290. vormen. Aan den voet van deze zit een paar kleine, bijna zittende, gewone bladen. De schijnkransen zijn veelbloemig, soms zit er onder de bloei- wijze ook nog een paar. De bloemen zijn zittend, vrij groot, welriekend. De kelk (fig. 290) is buis-klokvormig, 5-10-nervig, niet netaderig, ruw behaard, met drie- hoekige , stekelpuntige, langgewimperde tanden, die meest korter zijn dan de buis. De bloemkroon is circa 15 mM lang, purper, zelden wit. De bloemkroonbuis heeft geen haarring, steekt buiten den keikuit, is ge- bogen en heeft


. De flora van Nederland. Plants. Betonica officinalis Fig. 290. vormen. Aan den voet van deze zit een paar kleine, bijna zittende, gewone bladen. De schijnkransen zijn veelbloemig, soms zit er onder de bloei- wijze ook nog een paar. De bloemen zijn zittend, vrij groot, welriekend. De kelk (fig. 290) is buis-klokvormig, 5-10-nervig, niet netaderig, ruw behaard, met drie- hoekige , stekelpuntige, langgewimperde tanden, die meest korter zijn dan de buis. De bloemkroon is circa 15 mM lang, purper, zelden wit. De bloemkroonbuis heeft geen haarring, steekt buiten den keikuit, is ge- bogen en heeft een weinig verwijde keel. De bovenlip is langwerpig-eirond, gekar- teld, ten slotte teruggebogen, de onderlip is 3-spletig met stompe slippen, de zijlobben zijn eirond, de middenlob is grooter, omge- keerd eirond of omgekeerd hartvormig. De meeldraden bereiken niet het midden der bovenlip en zijn na het stuiven niet naar beneden gebogen. De helmhokjes staan ver van elkaar, doch zijn niet rechtlijnig uitgespreid. De vruchtjes zijn aan den top afgerond. 3-9 dM. 2].. Juni—Augustus. Soms komt het voor, dat de bladen in plaats van tegenoverstaand afwis- selend staan aan den dan steeds heen en weer gebogen stengel (aan den wortelstok staan zij steeds zoo). Hetzelfde komt, echter zeer zeldzaam, bij Salvia silvestris, Marrubium vulgare en Ajuga genevensis voor. Biologische bijzonderheden. De bloemen (fig. 291) zijn protrandrisch tot homogaam. De kroonbuis is 7 niM lang, zoo- dat alle hommelsoorten den honig kunnen bereiken. Spoedig, nadat de bloem zich ge- opend heeft, springen de helmknopjes open, terwijl de dan reeds gespleten stijltop tusschen en achter de helmknopjes der beide kortere meeldraden ligt. Nu strekt zich de stijl en treedt tusschen de beide kortere meeldraden te voorschijn, waarbij in den regel spontane zelfbestuiving plaats grijpt. Ten slotte steekt de stempel boven de helmknopjes uit, zoodat een bezoekend insect daar eerst langs strijkt, voor het de helmknopjes aanr


Size: 1714px × 1457px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants