. Recht ghebruyck ende misbruyck van tydlicke have . haaf, tot fpijs haarder lichamen: (mcn^Op hoop van bedcckthcyd ftil en achten \ ftelen als t bedelen fchendelijck;Dees roöven, zetten af, en moorden met die zoo eerlijck zijn, dat fy uyter hertent Quaad doen zo wel vreezen als den arbeyd moeijelijckjWerden dul, oft eyndcn haar leven verfoeijelijck,Met zwaard, put oft ftrick, der wanhopen van d eewighe dood het tijdlick beginfele:Waar hongher oft fchande hier niet liever te wenfchcnfBefchermt hier voor (o HeerJ alle de traghe menfchen,Oock voor d


. Recht ghebruyck ende misbruyck van tydlicke have . haaf, tot fpijs haarder lichamen: (mcn^Op hoop van bedcckthcyd ftil en achten \ ftelen als t bedelen fchendelijck;Dees roöven, zetten af, en moorden met die zoo eerlijck zijn, dat fy uyter hertent Quaad doen zo wel vreezen als den arbeyd moeijelijckjWerden dul, oft eyndcn haar leven verfoeijelijck,Met zwaard, put oft ftrick, der wanhopen van d eewighe dood het tijdlick beginfele:Waar hongher oft fchande hier niet liever te wenfchcnfBefchermt hier voor (o HeerJ alle de traghe menfchen,Oock voor dieft, gheweld, en voor alle quaden;Maar immers voor wanhoop, vyand uwer ghenaden. c4- JJ Ecft Vang^eC^eii Sifc^ eené 6c^%o^(ic\j, t feljaap^at^eé ^oifé tant ié ont^iuQfitj,;2&inm\j *t ftai {aié (Vyionic^ iv) Cd) xiift^s^({axaivooft fuft, af^eK^eujf^^eij izuct^tj,^oc(^ mint eCc^ menfcf^öe <5(i((cfje <o^c^ufu* C 2 Rechte Armen. Matthd 15. uerf. 40, ^00 toat g!ip tmm bart Uefctt roptteit jwiitflm öioetttrm södïacrt hebt / bat Ö*i. «Cbjiffus bifcf fit bt« rtoob/ öatraïjas ferccoö t Icbpitj^obs acmcit örn fr ijclmcn tocrb gcgcbmj^pbjome Itjö Ijcngcr/ trc rragc is sar m rUcn bet:<i\iii \atï^x 3t)u aalmin tocgt)/ nicmanb op t tu<;l %t\iti\ Ut BEhalvcn den luijeiijvindmen noch rechte Armen, (me»long, oudjkranck, winncloos,waardig des volx ontfar-Kinderen, gryzen, zieckcn werden hier te land ftraat oft in ftichten van der rijcken overvloed:Maar de winneloofe, die geen rechte winfl boven de nodrufc niet en teert in zijn ruymt,Ziende zijn naarftighcyd niet genoegh te brood voor wijf en kind, die honger gedogen,En niet willende dieft of roof, wijckt den herden nood,Verkoopt treurigh zijn fchaamt om een ftuxken droog dees niet verleckert aan s biddens luy gemack,Maar werck bekomende fcheyt van den brood met zweet verdient, na arbeyd fpoord bégeerlijck,KK^n teert, en God danck


Size: 1560px × 1602px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorcoornhertdvdirkvolkertszoon15221590, bookauthorwierix