. Des wereldts proef-steen ofte De ydelheydt door de waerheyd beschuldight ende overtuyght van valscheydt . oenverv vijlen: foo vindick my oocknu terti;dt bedvvonghen,om de-fe mijne eenvoudighs dichtenteghen die verftande-loofe ver- ftanden jftanden te befchermen , de felvete worpen indenfchoot v^anhetdiep-finnigh oordeel van uvveV aderlij cke forghvuldigheydt,-dies te meer,om dat de teerigheytvan deJfe mijne eerfte vruchtmeer onderjftant ende voor-fpra-kever-eyfcht. Aenveertdan, Eervveerdigh-ften Vader, aenveert onder uvvebefchermenilTe dit teer ende on-noofel dicht, tvvelckvoordendagh comend


. Des wereldts proef-steen ofte De ydelheydt door de waerheyd beschuldight ende overtuyght van valscheydt . oenverv vijlen: foo vindick my oocknu terti;dt bedvvonghen,om de-fe mijne eenvoudighs dichtenteghen die verftande-loofe ver- ftanden jftanden te befchermen , de felvete worpen indenfchoot v^anhetdiep-finnigh oordeel van uvveV aderlij cke forghvuldigheydt,-dies te meer,om dat de teerigheytvan deJfe mijne eerfte vruchtmeer onderjftant ende voor-fpra-kever-eyfcht. Aenveertdan, Eervveerdigh-ften Vader, aenveert onder uvvebefchermenilTe dit teer ende on-noofel dicht, tvvelckvoordendagh comende om een ander teverlichten, felve vervaert is voorhet licht, ende over-fulcks fijnentoevlucht neemt tot uvve Vader:lij cke voorfichtigheydt als totden Arent, om aldus van u aen hetlicht gheproeft, ende aenveert zijnde, zijnde, foo veel jaren onverhin-dert het licht te moghen aen-fchouvven, als aenuvve Vader-hjcke Eervveerdigheydtuythetbinnenfte fijns herten op reke-ninghe van het eeuvvigh levenvvenfcht. EI&RWEERDIGHSTE HEERE UWER EERW^ Alder-oodtmoedighjien diemerende Coufijn PETRYS GHESCHIER. DEN. DEN POET TOT DEN L E S E R YSEN ENDE VERSTANDIGHEN, Ahorenfult helielpen te bemerchn, dat kkniet heroemelij€rck hehheaenghe* gaen j maer met groot achterdencken ^ daer toeloerjocht iDunden Latipifchn Schrijver, 77iyfehe hebbeghe))angen ghegheloen j ^elhetende dat ick niet en haddegroote be* ^uamigheydt y omfulck-een trejjeltjck^ eyide gheeftigh ioeck, naer den aerdt yan de poèjie^ Vlaems te doenfpre* ken: ende dat dit eenjluck ^^ Ipooï meejlers, die in de fDichtConJie ^elefï)aren :^jn^ niet l^oor leer-jonghers. T zijn meefters die de conft verftaen j Den leer-knecht hoeft een wijs vermaen. Ol^erjulch hehhe menighmaelghellptjfelt^oft hetgheraed^ faemlpos^ o ft niet^Juich l^oor my te beghinnen^ nametit^ Itjck infulck-eenengheleerden ttjdt, l^oorjbo Ipeleghejle^ peny ende l^crnufte l^erftanden-^ maer eyndelinge belveeght door de achtbaerheydt l^an den Latijnfchen Schnper, die met


Size: 1624px × 1538px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorgheshierpet, booksubjectemblembooksbelgium17thcentury