. De flora van Nederland. Plants. 316 â JUNCACEAE. FAMILIE Zuid-Europa in bosschen, meest op weinig kalk bevattenden bodem voor. Zij is bij ons zeldzaam. L multiflora 1) Lej. (L. erécta-) Desv.). Veelbloemige veldbies (fig. 230). Deze plant is dicht zodenvormend en heeft een wortelstok zonder uit- loopers. De stengel is vaak hooger dan bij L. campestris. De bladen hebben meestal een 1-3 niM breede, dicht gewimperde schijf. De bloeiwijze is rechtopstaand, meest zeer samengesteld, meest scherm- vormig met rechtopstaande, stijve takken, waarvan de zijdelingsche vaak ten slotte afstaan. Aart
. De flora van Nederland. Plants. 316 â JUNCACEAE. FAMILIE Zuid-Europa in bosschen, meest op weinig kalk bevattenden bodem voor. Zij is bij ons zeldzaam. L multiflora 1) Lej. (L. erécta-) Desv.). Veelbloemige veldbies (fig. 230). Deze plant is dicht zodenvormend en heeft een wortelstok zonder uit- loopers. De stengel is vaak hooger dan bij L. campestris. De bladen hebben meestal een 1-3 niM breede, dicht gewimperde schijf. De bloeiwijze is rechtopstaand, meest zeer samengesteld, meest scherm- vormig met rechtopstaande, stijve takken, waarvan de zijdelingsche vaak ten slotte afstaan. Aartjes zijn er tot 10, zij zijn eirond of langwerpig, zelden bolrond, meest 8-16-bloemig. Het schutblad is vaak langer dan de bloei- wijze, ten slotte meest even lang. De bloemen zijn 2,5-3 mM lang. De bloemdekbladen (fig. 230) zijn licht- tot roodbruin, met breeden, witvlie- zigen rand, soms ook geel- of groenachtig wit, met lange stekelpunt, de buitenste zijn lan- cetvormig, de binnenste langwerpig-lancetvormig,. stomp, evenlang als of iets langer dan de buitenste. De helmknopjes zijn weinig langer dan de draden. De stijl is evenlang als of iets korter dan het vrucht- beginsel. De doosvrucht (fig. 230) is eirond, stomp,, kort stekelpuntig, omstreeks even lang als de bloemdekbladen. Het aanhangsel van het zaad is groot (fig. 230). 2].. 3-4,5 dM. April, Mei. Variëteiten zijn: 5. pdllens-') Aschers. et Gr. (L. multiflora j. palléscens^) Koch.). Plant meest vrij slank. Aartjes meest minder talrijk, meest slechts 5-6. Bloeiwijze meest losser, vaak wat overhangend. y. congésta') Koch. Plant meest lichtgroen. Stengel vrij stijf, vaak tot 6 dM hoog. Bladen met meest breedere scheede (tot 5 mM breed). Bloei- wijze uit vrij vele aartjes samengesteld, dicht opeengedrongen. Aartjes veel (8-14-)bloemig, dicht. Schutblad meest langer dan de bloeiwijze. Bloemen meest slechts 2 mM lang, licht roodbruin. Mei, Juni. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in geheel Europa i
Size: 1429px × 1749px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants