. Oud-Nederlandsche steden in haar ontstaan, groei en ontwikkeling. saaien gordijnen, dienden als t druk was, elk voor twee zieken en debeddeplank tot gerief en redden, naast den onmisbaren pot, stonden daaropde kroezen, dekommen en tin-nen zaal, groot 8bij M., metgroote witte tegelsbevloerd, had, be-halve een kleinverbandtafeltje eneen paar stoelengeen meubels; depatiënten die ver-bonden moestenworden, namenplaats op een dierstoelen bij dattafeltje en vindendaar den hospi-taalmeester en dechirurg hen wach-tend, terwijl dedeelmoeder, ge-holpen door zin-delijk gekleededeelm


. Oud-Nederlandsche steden in haar ontstaan, groei en ontwikkeling. saaien gordijnen, dienden als t druk was, elk voor twee zieken en debeddeplank tot gerief en redden, naast den onmisbaren pot, stonden daaropde kroezen, dekommen en tin-nen zaal, groot 8bij M., metgroote witte tegelsbevloerd, had, be-halve een kleinverbandtafeltje eneen paar stoelengeen meubels; depatiënten die ver-bonden moestenworden, namenplaats op een dierstoelen bij dattafeltje en vindendaar den hospi-taalmeester en dechirurg hen wach-tend, terwijl dedeelmoeder, ge-holpen door zin-delijk gekleededeelmeiden (ver-pleegsters), aan dezieken in bed hetnoodige brengt ende ziekentroosterhen beurtelingswat moed en hoopinspreekt. *Afb. N°. 273geeft een blik ineene kleine Gast-huiszaal, metopenledikanten langsde zijwanden en. Afb. N°. 273. Gezicht in een Gasthuiszaal, ontleend aan het schilderstukde Barmhartigheidswerken in de te Alkmaar. 156 DE GASTHUIZEN. met een schouw waarin vuur schijnt te branden; een geheel ontkleedezieke, op den steenen vloer op een mat zittend, wordt onderzocht, terwijlop den voorgrond in een afgescheiden gedeelte der zaal de geneesheer,gezeten naast een geheel ontkleed in bed liggenden patiënt, diens polsslagnagaat. De gasthuismoeder met eene tinnen kan in de hand, staat ingesprek met eenige personen, blijkbaar de regenten of duidelijk inzicht in de huiselijke regeling, geeft de ordinantie van+ 1580 van het Heilige Geesthuis te Rotterdam, medegedeeld doorMr. S. Muller Hzn., in zijn geschiedenis van dat huis ). ) Die ordinantie van Het Heyligen Geest ende Oude Manhuys te Rotterdam,gesticht omstreeks 1434 door Aelwijn Floryssoen, luidt: j. In den eersten, dat int selve manhuys onderhouden sullen worden derthienoude mannen behalven de moeder. i


Size: 1262px × 1980px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1900, booksub, booksubjectarchitecture