. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië. zie bij de bandji-motieven hiervoren) praktisch op een bloemornament is toegepast. 77. Tjëplok koewari latar poetih. Koewari = de naam van een stad in de Soerat Mènak (zie de verklaring bij no. 76, hier-boven). Koewari is ook: medaljon. Door rechte en gebogen lijnen gevormde medaljons, dieelk een stervormig motiefin het midden hebben. 78. Larasëdoewa latar irëng. La ra of ook rara = meisje, maagd; sëdoewa = op de handpalm zitten of leunen (watvoor onbetamelijk gehouden wordt). Vermoedelijk hier een eigennaam. Het blauwe veld wordt ver


. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië. zie bij de bandji-motieven hiervoren) praktisch op een bloemornament is toegepast. 77. Tjëplok koewari latar poetih. Koewari = de naam van een stad in de Soerat Mènak (zie de verklaring bij no. 76, hier-boven). Koewari is ook: medaljon. Door rechte en gebogen lijnen gevormde medaljons, dieelk een stervormig motiefin het midden hebben. 78. Larasëdoewa latar irëng. La ra of ook rara = meisje, maagd; sëdoewa = op de handpalm zitten of leunen (watvoor onbetamelijk gehouden wordt). Vermoedelijk hier een eigennaam. Het blauwe veld wordt verdeeld in vierkanten, welke op drie verschillende manieren opgevuldzijn, a. met swastika-figuren; b. met 9 vierkantjes, waarvan 5 egaal soga-kleurig en vierblauw met soga-kleurige kruisjes er in; c. met kruisgewijs geplaatste strepen, het vlak ver-deelend in 4 vierkantjes, in elk waarvan zich een cirkeltje van stippels bevindt. 79. Pëndëlëggan latar poetih. Pëndëlëggan is volgens Gericke en Roordas woordenboek de naam van een beambte uit136. Fig. 167. Pëndëlëggan (no. 79 op blz. 136). riviervisch, zoodat pëndëlëggan be- ouden tijd. Ook is het woord afgeleid van dë^ëg teekent: plaats, waar die soort visch zich ophoudt. In het werk van Mr. van Musschenbroek: Iets over de inlandsche wijze van katoenverven, enz. op Midden-Java wordt deze naam echter verbasterd tot „pëndë- lëngan. Door siervlakken wordt het veld verdeeld in vierkanten, die elk met een eenvoudig bloemmotief zijn opgevuld. 80. Satrijawibawa latarir ëng. Satrija (van het Sanskriet sa-trij a) = edelman; wibawa-= in hoogheid, denkbeeldig vierkant. Ophet blauwe veld daarvan ont-springen uit de hoekpunten,die door cirkels worden inge-nomen, bloemmotieven. In hetmidden een ruitfiguur, waarineen kruis. De vier armen vanhet kruis zijn s o g a-kleurig enwit gepointilleerd. 81. Koesnia latar irë = een patroon vanverschillend geornamenteerdekruisfiguren


Size: 1854px × 1347px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1910, booksubjectweaving, bookyear1912