. Zederyke zinnebeelden der tonge . ns vooral gezegt,Dat is hier het Tafelrecht. H VUILE ïi4 ZINNEBEELDENVUILE REDENEN. Cave, accedas. frdaris ab Ulo. Eenzakmethoutekool,tenkeukendienftvervoert, Waar dat hy riedervalt, óf waar hem iemant roert,Bemeuzeltmetzynfiöïenvloer^, En toont ons klaar t geitel van zyne vuile leden. Dezakverbeeldtecntong,diedartlewoordenvoert, En, alsmendiegehoorverleent, dfdaarmeê boert,Ook onze zeden door de zamenfpraak befchadigt,Enwulpsheidt, overdaadt en kriele luft zwarte koolgruis, dat door t ,1e doek verftuitt,Is vuile klapperny, die


. Zederyke zinnebeelden der tonge . ns vooral gezegt,Dat is hier het Tafelrecht. H VUILE ïi4 ZINNEBEELDENVUILE REDENEN. Cave, accedas. frdaris ab Ulo. Eenzakmethoutekool,tenkeukendienftvervoert, Waar dat hy riedervalt, óf waar hem iemant roert,Bemeuzeltmetzynfiöïenvloer^, En toont ons klaar t geitel van zyne vuile leden. Dezakverbeeldtecntong,diedartlewoordenvoert, En, alsmendiegehoorverleent, dfdaarmeê boert,Ook onze zeden door de zamenfpraak befchadigt,Enwulpsheidt, overdaadt en kriele luft zwarte koolgruis, dat door t ,1e doek verftuitt,Is vuile klapperny, die eerbre kout verfchuifï,En ftrekt een blyk van dat ligt in de duiftre hooienVaniulkeenfnapperdtshartgehuisveftenverfchoolen Een bajert van verderf, en vleelchelyken luft,Die zelden ftille ftaat, en nimmer wordt gebluft,Gelyk in t zwarte doek de zwarte houte kooien,Demoedervanhetftdf, gepakt zyn, enverfchoolen,Diedoor eenvonkje vuursftraksraakenin den brandtEnalseen wulps gefnapverwekkenfchadeenfchandt Qualis der T O N G E. iif. Qualiscumque animlfermo bene credttur index* Certtor obfiaeno v/x tarnen quia% quod penant, fiulti •venerantur amant es s Seu quia lafihofugit ab orepudor. Sidronius Hosfchius. Ha Uit ii6 ZINNEBEELDEN Uit de overvloedt des herte fpreekt de mondt vol-gens t getuigenifTe van den Evangelift Matthseusin zyn vuile redenen zyn vafte kenteke-nen van een bedurven of lichtvaardïgh gemoedt, daarde fpraak eene at beeldinge van is, hier op zagen de ou-den, zeggende: Stultus flulta ezel kent men aan zyne gek men aan zynfyraak kan hoor en» onder welke foort zy niet de laafte zyn, die een gewoontemaaken van ongefchikte woorden uitte werpen, diedezielen vergiftigen, en kuifche ooren befmetten. de flankvan een openen graf-kelder, en die der rottende lichaa-men is niet alleen zwaar en benaaudt, maar ook onge-zondt, doch zulke vuilbekken blaazen nogh veel vuilerdampen uit, maaken zich zelven flinkenden, ende doen


Size: 1608px × 1554px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorfolkemajacob169217, bookdecade1710, booksubjectemblems