. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 39. — CRUCIFERAE. — 311 De vruchttrossen zijn stijf opKcricht, iets teriitjfjeboKen. De haiiwtjes zijn klein, eirond, kort en ruw behaard, door den blijvenden keficlvormigen stijl scheef gesnaveld (fig. 'A74). 1,5-;^ dM. O. Mei—Juli- Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant groeit in Hongarije, Moravië en de Levant en is van daar bij ons aangevoerd en gevonden bij Apeldoorn, bij de meelfabriek bij Deventer, op Groenhoven bij Leiden en bij Vlaardingen. 38. Calepïiia ') Adans. C. Corvini -') Desv. C a 1 e p i n a (fig. 375). Uit den penwortel komen


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 39. — CRUCIFERAE. — 311 De vruchttrossen zijn stijf opKcricht, iets teriitjfjeboKen. De haiiwtjes zijn klein, eirond, kort en ruw behaard, door den blijvenden keficlvormigen stijl scheef gesnaveld (fig. 'A74). 1,5-;^ dM. O. Mei—Juli- Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant groeit in Hongarije, Moravië en de Levant en is van daar bij ons aangevoerd en gevonden bij Apeldoorn, bij de meelfabriek bij Deventer, op Groenhoven bij Leiden en bij Vlaardingen. 38. Calepïiia ') Adans. C. Corvini -') Desv. C a 1 e p i n a (fig. 375). Uit den penwortel komen 1 of meer vrij sterk vertakte, opstijgende stengels, dte aan den voet een worteiroset van bladen dragen. De wortel- bladen gelijken vee! op die van de bekende paardenbloem: Taraxacum officinale, zijn gesteeld, onregelmatig vin- spletig met groote eindslip en ongelijk getande zijslippen. De stengelbladen zijn langwerpig, stomp, den stengel pijlvormig omvattend en hier wat breeder, boven den voet zijn ze smal en naar het einde toe weer geleidelijk verbreed met iets getanden rand, de bovenste zijn lancetvormig. De bloemen staan in eind- en okselstandige trossen, zij zijn klein en wit. De kelkbladen zijn opgericht en aan den voet gelijk. De kroonbladen zijn omgekeerd-eirond. de buitenste iets grooter. De vruchttros is verlengd, smal, met boogvormig op- stijgende stelen, die 3 a 4 maal zoo lang zijn als het hauwtje. De hauwtjes zijn eirond, netvormig gerimpeld, spits, niet openspringend, met 1 bolrond zaadje (fig. 375a). De stijl is kort, dik en kegelvormig. 3-8 dM. 0. April— Calepina Corvini. Fig. 375. a vrucht. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant groeit op bebouwde en onbebouwde plaatsen in Midden- en Zuid-Europa en is bij ons alleen op den St. Pietersberg gevonden. 39. Bünias ^) L. B. orienlalis*) L. Hardvrucht (fig. 376). Uit den penwortel komt een reciitop- staande, vertakte, rondachtige stengel, die evenals de bladen en bloemstelen met ge- steelde, b


Size: 1420px × 1760px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants