. Zinne-beelden der liefde, met puntdigten en aanteekeningen . D. Heinfius zegt in zyne nederduytfe Poëmata. Soetaanfichtdatde God der liefd3 heeft overgotenMet lieffelick gewelt, en in myn hert befloten U ftraelen, uwen glans, waer dat ik kan gegaen, Gy fytaltydt voor my, ik {ie u voor my ben ik inde Zee thien-mylen ver gevaeren,In t midden van de windt, in \ midden van de baeren Sytgy nochtans bymyU kracht die komt tot hier. Het water i sfeer groot, maar minder dan het raet kan ick gedoen om mynen brandt te ftelpen,Dewyle gans de Zee my niet en kan gehelpen ?Waer fal„ ick v
. Zinne-beelden der liefde, met puntdigten en aanteekeningen . D. Heinfius zegt in zyne nederduytfe Poëmata. Soetaanfichtdatde God der liefd3 heeft overgotenMet lieffelick gewelt, en in myn hert befloten U ftraelen, uwen glans, waer dat ik kan gegaen, Gy fytaltydt voor my, ik {ie u voor my ben ik inde Zee thien-mylen ver gevaeren,In t midden van de windt, in \ midden van de baeren Sytgy nochtans bymyU kracht die komt tot hier. Het water i sfeer groot, maar minder dan het raet kan ick gedoen om mynen brandt te ftelpen,Dewyle gans de Zee my niet en kan gehelpen ?Waer fal„ ick van u vlien? hoe kan ik fyn bevryt? Dewyle gy my brandt, oock daergy nietenfyt. j>eh wift deeze gedagten byzonder tot zyn voordeel te nee*men \ wanneer hy aan zyne Filles, zingt k Weet niet waar ik my bergen zit de min my op de hielen! Dat Boefje volgt my over al ^Indien t my vind, het zalme berg, waar berg ik my? ach! Filles, mynGodial!Verfchuil my in uw hart, in uw hart,Daar komt hy nimmer in. DE iö7 IDE LIEFDE VERWINT ALTYD,. Wie zyt gy die de min zoo trots int oog braveert?Zy zal-u eer gy t denkt zelfs door uw waan verwinnen:Dit heeft zy t eêlft vernuft ; de meefl verligte zinnen, En grootlle zielen tot hun fchande vaakgeleert. De fierheid zelve moet voor haardevlaggeflryken;En alle hoogmoed, daar haar zetel komt, ftraks wyken. O 2 DE 109DE LIEFDE VERWINT ALTYD. Hoe groot het vermogen van de Liefde ook is, ge-lyk wy in de voorgaande Zinnebeelden genoeghebben aangehaald, zyner egter nog veelen diedaar tegens hebben durven ftryden ; dog hebbenalle tot hunne fchande haare zwakheid, in het ein-de moeten belyden, waar van ons Anakreon een voorbeeld inzig zelve geeft; Hy zingt in zyn veertiende gezang , volgensmyn vertaaling dus Ik wil, ik wil; ik wil beminnen;De Liefde raademy dit zelf niet lang geleên, Maar ik, verkeert van zinnen,Veragte zyne raad, verfmaade zyne reen:Hy neemtterftond zyn boog en koker om te ftryden,En daagt my tot een twee-geve
Size: 1590px × 1571px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookdecade1730, bookpublisheram, booksubjectemblems, bookyear1732