. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose . eeft gefmeekt;Het ander zy verwerp en liet het in groot lijen ,Als of het waer geweeft onecht van baftaerdijen: Daert nochtans wettlijck als het ander dalen quam Van t Baviaenfche bloed , den rechten ander dertel dier zwom vaft in duyfent weelden,Het buy telden op \ hooft, het daiiften en het ipeelden , Tot dat by ongeval, o droevigh Apen-wee ! Het zijnen lincker poot feer deerlijck


. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose . eeft gefmeekt;Het ander zy verwerp en liet het in groot lijen ,Als of het waer geweeft onecht van baftaerdijen: Daert nochtans wettlijck als het ander dalen quam Van t Baviaenfche bloed , den rechten ander dertel dier zwom vaft in duyfent weelden,Het buy telden op \ hooft, het daiiften en het ipeelden , Tot dat by ongeval, o droevigh Apen-wee ! Het zijnen lincker poot feer deerlijck brackin twee:De moeder Simme was begaen om t kind te fiiffen,Maer Iaes! ten holpal niet, t en vraeghden na geen kulTen. Zy druckten t aen de borft, het was te zonderlingh ! Zoo lange tot de ziel het arme wicht moeder was bedroeft, zy huylden en zy fchreyden,Vtaert regte wit-broots kind,dat was en bleef verichey den. „ Ghy ouders die uw vrucht met zotte liefde aenkleeft y „ Neemt hier een fpiegel aen, en ziet wat loon t u geeft:, Als ghy u kind opqueeckt, wild, dertel, ongebonden 5, Groeyt in zijn ydelheyd en lacht in zijne zonden. i Warande der. T)e Leeuw en t Teerde. GEtijck de Leeuw tot hetPeerd, alfoo archliftich is Cleopatra (hoewel toshaer eygen verderft) by Anüochwm gekomen. Want als Antiochus Gry-fhmAlexandruntm den krygh hadde overwonnen, fb© ontftack fy met eendoodclijckehaetregens Antiockum, doch liet fulcx aen haer niet mereken,maer quam zeer vriendlijck tot Antiochum, en als of fy groot me-lyden methem had, bood fy hem in zijnen grooten dorft een verf che dronck waters, daesin fy nochtans doodtlijck venijn gemengt had, ende noodc hem te drincken,Maer Antiochus merkte het perijckel, en dreeBè van hem, en lietfe naderhand:ombrengen. Sabelmcus. VI. DE Leeuw t ontzaghlijck dier, t Teerd ziende t gras aflezen,Zeer liftich tot hem trad, en veynfde zich te wezen Een wei-ervaren Arts-, die door Kunft-rijckelift Tot allerley gebreck en kranckhe


Size: 1711px × 1460px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookdecade1680, bookidvorstelijckewara82vond, booksubjectemblems