. Tafereel van overdeftige zinnebeelden : gemaelt naer de deuchden, ondeuchden, gemoetsdriften der menschen, straffen Godts, en zegeningen : eerst beschreven door Cesare Ripa, Pierius Valerianus, Orus Apollo, en anderen ... . chat. Dus flaet de Beeldefpraek ten dienfl: aen zyn geleertheit, Gefcheiden van Egiptens Schoolverkeertheit,En hebbende met al dien droellem niers gemeen,Blylt hangen aen Godts vvonderheên. Wie zoekt de leeringen van Hermes dan te weten, Of leiTen door den tydt Ichier afgelleten?Of fchranderheden uitgevonden aen den Nyl?Veel beter IsZaunslifers llyl. Zyn geefl bemoeit zic


. Tafereel van overdeftige zinnebeelden : gemaelt naer de deuchden, ondeuchden, gemoetsdriften der menschen, straffen Godts, en zegeningen : eerst beschreven door Cesare Ripa, Pierius Valerianus, Orus Apollo, en anderen ... . chat. Dus flaet de Beeldefpraek ten dienfl: aen zyn geleertheit, Gefcheiden van Egiptens Schoolverkeertheit,En hebbende met al dien droellem niers gemeen,Blylt hangen aen Godts vvonderheên. Wie zoekt de leeringen van Hermes dan te weten, Of leiTen door den tydt Ichier afgelleten?Of fchranderheden uitgevonden aen den Nyl?Veel beter IsZaunslifers llyl. Zyn geefl bemoeit zich niet met raden of met giffen. Hy kieft het licht voor alle melt geen zaken uit het los gerucht gehoort, Maer fpreekt met Godts onfaelbaer woort. Hy predikt in zyn fchrift, en doet de zinnen blaken In liefdegloet, vvaer door de zielen hakenNaer fchatten wechgelegt in t eeuwigdurend ryzen uit het aertfche ilof. Wie vroomheit zoekt, koom zich in dezen hof vermeien, Wiens paden hem in veiligheit geleienNaer boven, daer de vreugt zich uitzet zonder kroon met lof dit nutbaer werk. D. VAN HOOGSTRATEN. TAFEREEL VAN OVERDEFTIGE ZINNEBEELDEN. Pag. I I. HOOFTDEEL. Van tle Deugden der ï. ZINNEBEELT. Van de Deugt. I Uilen wy gewag maeken van zeernet gevormde Zinnebeelden van over-; heerlyke deugden in t gemeen, die de oude volkeren onder verfcheiden. vertoogen hebben afgefchetft, t is dan nootzakelyk en nut, dat wy de deugt zelve int by zonder, in haer eigen aertgemadt, ten toon derhalven maelden de oude volkeren de Deugt af onder de gedaente Van een bevallige jonge maegt, met vleugelen aen de fchoude-ren, houdende in de rechterhant een fpietfe, in de flinker een lauwrier-krans, op de borft dragende een zonne. A „ De


Size: 1354px × 1845px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., boo, bookdecade1720, booksubjectconductoflife, booksubjectemblems