. Album der Natuur. ^K^flll wordt. Daarmede zuigen zij den honig uit de nectariën der bloemen en verder bedienen zij zich van dezen zamengestelden toestel ook, zoo als straks blijken zal, bij de vervaardiging harer cellen. Ten tweede: de sprieten. Deze deelen, die ingeplant zijn op het midden van het voorhoofd en uit 13 leedjes bestaan, zijn voor de werkzaamheden der bijen van het hoogste belang. Die werkzaamhe- den toch, voor zoo ver zij den arbeid in den korf betreffen, hebben in het duister plaats; van hare oogen hebben zij derhalve daarbij geen dienst, maar zij worden daarbij geheel geleid
. Album der Natuur. ^K^flll wordt. Daarmede zuigen zij den honig uit de nectariën der bloemen en verder bedienen zij zich van dezen zamengestelden toestel ook, zoo als straks blijken zal, bij de vervaardiging harer cellen. Ten tweede: de sprieten. Deze deelen, die ingeplant zijn op het midden van het voorhoofd en uit 13 leedjes bestaan, zijn voor de werkzaamheden der bijen van het hoogste belang. Die werkzaamhe- den toch, voor zoo ver zij den arbeid in den korf betreffen, hebben in het duister plaats; van hare oogen hebben zij derhalve daarbij geen dienst, maar zij worden daarbij geheel geleid door het tastver- mogen, dat in de zeer bewegelijke sprieten huisvest. Ten derde: de pooten en wel inzonderheid de achterpooten, die mer- kelijk langer zijn dan die der beide overige paren, en I) welker driehoekig middengedeelte of a u „.. a j v scheen (o) verbreed Achterpoot van eene werkbij; A van de binnen-, v ' B een gedeelte van de buitenzijde gezien; en &&I1 de buiten- zijde hol en glad is, terwijl deze holte omringd is van stijve haartjes of borstels. Het is in dit deel, waaraan latreille den beteekenis- vollen naam van «korfje'' (corbeille) gegeven heeft, dat de bijen haren vergaarden voorraad van stuifmeel en voorwas huiswaarts dragen. Eindelijk in de vierde plaats moet hier de toestel tot wasvorming genoemd worden. Het ligchaam van elke werkbij is eene kleine wasfa- briek. Zij zuigen honig uit de bloe- men of uit vroeger vergaarden voor- raad. Deze honig treedt door den slokdarm (aa) in een wijden zak, de voormaag (6), die men gewoonlijk de «honigblaas'' noemt. Deze is za- mentrekbaar, en zoo kan zij haren inhoud weder door den mond uit- storten in de holte der wascellen, die daarvoor bestemd zijn. Blijft Darmkanaal van eene werkbij. echter de honig in de voormaag, dan. Please note that these images are extracted from scanned page images that may have been digitally enhanced for readability - coloration and appearance of these illustrations may not perfe
Size: 1480px × 1689px
Photo credit: © Library Book Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bhlconsortium, boo, bookcollectionbiodiversity, bookleafnumber370