. Beschouwing der Wereld . omhaare fpyze van God te zoeken. Hozea XIII: 7,S. Bies werd* ik hen als een felle leeuw : als eenluipaard loerde ik op den weg. Ik IS, Zt t> e r WERELD. 26i Ik ontmoeteze als een beer Me van jongen berooft, en fcbeurde het Jlot haar es herten: en ikverjlondaldaar als een oude leeuw; bet wild gedierte desvelds verjcheurde ze. Romeinen VIII: 12,13. Zo dan 9 broeders, wy zyn Jchuidenaars, niet denvkefe om na den vkefe te keven. Want indien gy na den vkefe leeft zo zult gy ft er-ven: maar indien gy door den Geeft de werkingen desUchaams doodet, zo zult gy keven. En Ka


. Beschouwing der Wereld . omhaare fpyze van God te zoeken. Hozea XIII: 7,S. Bies werd* ik hen als een felle leeuw : als eenluipaard loerde ik op den weg. Ik IS, Zt t> e r WERELD. 26i Ik ontmoeteze als een beer Me van jongen berooft, en fcbeurde het Jlot haar es herten: en ikverjlondaldaar als een oude leeuw; bet wild gedierte desvelds verjcheurde ze. Romeinen VIII: 12,13. Zo dan 9 broeders, wy zyn Jchuidenaars, niet denvkefe om na den vkefe te keven. Want indien gy na den vkefe leeft zo zult gy ft er-ven: maar indien gy door den Geeft de werkingen desUchaams doodet, zo zult gy keven. En Kapittel XII: 21. En word van het quaad niet overwonnen, maaroverwint bet quaad door bet goed. 1 Petrus V: b,p. Zytnuchteren [erf] waakt, want uwetegenpartyéde Duivel gaat om als een briefende leeuw i zoeken-de wïen hy zoude mogen verflinden. Den welken wederftaat, vafi zyndéin het gehove:wectende dat het zelve lyden aan uw broederfcbap ■#dat in de wereld is, volbragt word. De *§* BESCHOUWINGDe WOLF. t Verderfis naby;. Haare Vorften zyn in V midden van baar als wolvendie eenen roofrooven, om bloed te vergieten , [en\ omzielen te verderven : op dat ze gierigheid zoude plee-&n. Ezechiel XXII: 2J. Schroom der WERELtt 26*3 Schroom en vreeze, Moet er weezen. D, e looze Wolf, die t Schaapje jaagd $En daaglyks tot zyn fpys belaagd, Op dat hy vange qtióq eete , Die heeft zyn fnoode nefl niet verd ,Maar in de fehuilplaats van het hert, Daar is hy als een ingezete. Daar brengd hy jonge wolven voort,Ook afgericht op bloed en moord, Dies gaat niet uit, alleenig weiden,6 Schaapje van t belaagd gemoed,Dat zucht en wenft na t eeuwig goed* Maar blyft uw Herder op zyn dat gy door zyn goede hand,Geleid bend in een zeker land, Daar nooit geen wolf en word gevonden,Gelyk als hier zo fchroomlyk doet,In t wilde woud van vlees en bloed i Die fehuilplaats van den wolf der landflreek blyve u dan verdacht,Op dat gy u voor t booze wacht. Gen E^ 264 I BESCHOUWING Genesis VI: 5. J


Size: 1501px × 1664px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorluikenjan16491712, bookde, booksubjectemblembooksdutch