. Sinne- en minne-beelden ; Selfstryt ; Tooneel der mannelyke agtbaarheydt ; Galathea of Herderskalsgt ; Klagende maegden : en andere mengelrymen . istigheyt moet verftaen worden. Want (feggende) een lakengeweven van lynen en wolle, heeft het lynen van binnenen vertoont de wolle van buyten : In voegen dat de fuikmag gezeydt werden een kleet te dragen van lynen en wolle,\ïie uytwendig fchynt onnoofelals eenfchaep, zyndmiddelertydt inwendig vol bedriegelyke ranken. Wemet dien aert van menichen. Elk die wil ichynen dat h;rjct en is, (zeydt Augiillinus) is ecnbeveynsde. Wanhy gelaet hem rechtvaerd


. Sinne- en minne-beelden ; Selfstryt ; Tooneel der mannelyke agtbaarheydt ; Galathea of Herderskalsgt ; Klagende maegden : en andere mengelrymen . istigheyt moet verftaen worden. Want (feggende) een lakengeweven van lynen en wolle, heeft het lynen van binnenen vertoont de wolle van buyten : In voegen dat de fuikmag gezeydt werden een kleet te dragen van lynen en wolle,\ïie uytwendig fchynt onnoofelals eenfchaep, zyndmiddelertydt inwendig vol bedriegelyke ranken. Wemet dien aert van menichen. Elk die wil ichynen dat h;rjct en is, (zeydt Augiillinus) is ecnbeveynsde. Wanhy gelaet hem rechtvaerdig, als hy verre van daer is, veitounende een gedaente, niet gemeens hebbende met ddaet. Wat maekt fuiken menfche? De werelt die hachem, om datfe mcynt dat hy Godfalig is. God haet hemom dat hy weet, dat hy t niet en is: zynde dan hatig voobcyde, envinthyhulpenoch troost, hy deennochdand^r: daer is evenwel noch een foorte van verfcheydentheyt tusfchen gdaet en gemoet Godsaengenaem : te weten, ais het gelaet nederig is, het gemoet verheven ei(jPgetogen m GoddeJyke befchouwingen. SinnC en Min»^ - Beelden. 151 NEMODÖLENS P ATET i Befwaert gemoet geen min en voedt. WAnneer het hu^^s vervalt dan ruymen al de muyfen,Wanneer het lichaem ilerft dan vluchten al delüylen,Wanneer de fwaJcke muer daer heen begint te flaen ,fDe fpinne Icheyt er af en kiest de raynie treurt, en dat zyn krachten vallen,Strax heeft de bange ziel geen lusten om te mallen,Het minnen heeft gedaen. Het dertel Venus kintEn vliegt maor daer het vet voor zynen fackel vint. A Meugje niet geven, iJüecb zyn de neven, Ls ons van enkel vet de bolle leden fwellen,Dan voelen \vy de vloo met hare met- gcfelicti: K 4 Mier 152 J. C A T S Maer als *er iemant derft, of in beiiautheyt fucht,Soo tydt van (londen aen het onkruyt op de en groot gevolg die hangen aen waergeen koren is, daervint men geen kalander:Hy, wie in zyn bedryfde kanfc niet en dikma


Size: 1775px × 1408px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorcatsjacob15771660, bookcentury1700, booksubjectemblems