. Leerzaame zinnebeelden . ch! zo menig duizend bakenKan weinigen bekommerd maaken,Om zich te hoeden voor mens, die, in het aards zo fchrander,U weet te fpieglen in een ander, En t kwaad te myden,dat hem prangtsWat kon u zo onachtzaam maaken,Zo weinig in een {tuk doen waaken, Daar eeuwig wel of wee aan hangt ?En zult gy noch, beroofd van zinnen,Om een bedrieglyk goed te winnen, De dieren volgen op hun fpoor ?IS!een, dwaaze mens , ontfluit uwe oogen,Door vrees voor eigen fchaê bewoogen, En ZINNEBEELDEN. ay En geef aan goeden raad , dwaaze mens, laat eens de redenBetoomen uw


. Leerzaame zinnebeelden . ch! zo menig duizend bakenKan weinigen bekommerd maaken,Om zich te hoeden voor mens, die, in het aards zo fchrander,U weet te fpieglen in een ander, En t kwaad te myden,dat hem prangtsWat kon u zo onachtzaam maaken,Zo weinig in een {tuk doen waaken, Daar eeuwig wel of wee aan hangt ?En zult gy noch, beroofd van zinnen,Om een bedrieglyk goed te winnen, De dieren volgen op hun fpoor ?IS!een, dwaaze mens , ontfluit uwe oogen,Door vrees voor eigen fchaê bewoogen, En ZINNEBEELDEN. ay En geef aan goeden raad , dwaaze mens, laat eens de redenBetoomen uw begeerlykheden: Op dat gy niet, als s levens lampWord uitgedoofd, u ziet verdreevenTer helfe vlamme, dicht omgeeven Van zwavelftank, en vuilen dat gy vroolyk op moogt klimmenTer plaats, daar zon noch kaarfen glimmen , Maar t licht uit aller lichten bron,Van voor alle eeuwigheid gebooren,En ider van Gods uitverkooren Oneindig blinkt, gelyk de zon. D Het a6 LEERZAAME Het VIIdc ZINNEBEELD. Het blaft, maar byt En ik zeg u, mynen vrienden, Vreefi niet voor de geene, diehet lichaam dooden, en daarna niet meer kunnen doen. Maar ikzal u toonen , wien gy vreezen zult: vretjl dien , die, na dathy gedood heeft, [ook] macht heeft in de helle te werden: ja ikzeg u, vreejl dien, Luk. xi , f. Of ZINNEBEELDEN. 27 Op het Vlldt ZINNEBEELD, G een man van kloeke zinnenLaat zich door vrees verwinnen,Noch wykt uit zynen weg, verlegen en verbaafd,Of t jonge hondje keft, en ongeftuimig raaft. Hy weet, dat al zyn poogen Ontbloot is van vermogen,Dewyl t geen tanden heeft om in het vlees te fiaan,Noch fcherpe klaauwen om te kwetfen of befchaan. Dus houd hy, wel te vreeden, En onbezorgd, zyn treden,En acht het luid gerucht zo veel niet, dat hy ftaa,Of eens zyne oogen op het zwakke diertje flaa. Maar komt het fchichtig keffen t Gehoor der kinders treffen,Wier hert noch niet genoeg verrykt is met verftand,Straks voelt zich ider knaap van bange vrees vermand. Het zy ze luftig kweelen, He


Size: 1768px × 1414px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookdecade1710, booksubjectallegories, booksubjectmoraleducation