. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 19. — ORCHIDACEAE. — 589 lobben, de middelste is naar voren gestrekt, soms verlengd en dan vaak van voren teruggeslagen. De spoor is draadvormig, min of meer gekromd, spits, meest 1' j a 2 maal zoo lang als het vruchtbeginsel. Het zuiltje (fig. 538) is zeer kort, stomp. De hechtklieren zijn lancetvormig, zijdelings aan den steel der stuifmeelklompjes vastgehecht. Het vruchtbeginsel is bijna rolrond, sterk gedraaid, groen of iets violet. 4- 3-6 dM. Einde Mei- begin Juli. Biologische bijzonderheden. De bloemen rieken eenigszins naar anjelieren , doch nie


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 19. — ORCHIDACEAE. — 589 lobben, de middelste is naar voren gestrekt, soms verlengd en dan vaak van voren teruggeslagen. De spoor is draadvormig, min of meer gekromd, spits, meest 1' j a 2 maal zoo lang als het vruchtbeginsel. Het zuiltje (fig. 538) is zeer kort, stomp. De hechtklieren zijn lancetvormig, zijdelings aan den steel der stuifmeelklompjes vastgehecht. Het vruchtbeginsel is bijna rolrond, sterk gedraaid, groen of iets violet. 4- 3-6 dM. Einde Mei- begin Juli. Biologische bijzonderheden. De bloemen rieken eenigszins naar anjelieren , doch niet zoo aangenaam. Zij zijn ingericht voor de bestuiving door vlinders, daar de ingang der 13-15 mM lange spoor zeer nauw is en de beide lange, smalle, naakte hechtküertjes zich vlak daarvoor bevinden. De spoor bevat veel honig. De purper-lila bloemen worden door dag-, de witte door nacht- vlinders bezocht. De door de vlinders medegenomen stuifmeelklompjes krommen zich snel en sterk. De inrichting met het oog op de bestuiving is overigens als bij Orchis. Zelfbestuiving is uitgesloten. De spleten der vruchten (fig. 539) sluiten zich bij dauw, of in het algemeen als de hoeveel- heid vocht in de lucht toeneemt, zoodat de verspreiding der zaden alleen bij droog weer ge- schiedt. Zij worden door den wind verspreid en dat zeer gemakkelijk, daar zij zeer licht zijn (een zaad weegt 0,000008 gram). Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in geheel Europa in weiden vaak met Orchis maculata voor, zelden op lichte plaatsen in bosschen, gaarne op kalkgrond. Zij is bij ons vrij zeldzaam gevonden, ook in duinvalleien. G. odoratissima ^; Rich. Geurige muggenorchis (fig. 540). Bij deze plant zijn de knollen min of meer 2-spletig, niet tot den voet gespleten, de deelen zijn 2-lobbig. De stengel is meest lager, slank, beneden rond, boven iets kantig tot driekantig, aan den voet met lange, los aanliggende, spitse scheeden bezet. De bladen zijn lijn- of lijn-lancetvormig, spits of vry


Size: 1429px × 1749px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants