. De flora van Nederland. Plants. R. thyrsoideus i) Wimm. (Fig. 658). Bij deze zijn de blaadjes smal elliptisch tot hartvormig-eirond, van onderen dun grijsviltig. De bloeiwijze is lang en smal, tuilvormig, meest los, naar boven toe nauwelijks smalier. Ondersoort /?. fragrans -) Focke. Aangezien de andere ondersoorten van R. thyrsoideus in zoodanige streken voorkomen, dat zij bij ons wel niet gevonden zullen worden, vermel- den wij hier alleen R. fragrans. Bij deze zijn de loten nauwelijks behaard, roodbruin. De blaadjes zijn omge- keerd eirond, van boven donkergroen, glimmend. De bloemen riek


. De flora van Nederland. Plants. R. thyrsoideus i) Wimm. (Fig. 658). Bij deze zijn de blaadjes smal elliptisch tot hartvormig-eirond, van onderen dun grijsviltig. De bloeiwijze is lang en smal, tuilvormig, meest los, naar boven toe nauwelijks smalier. Ondersoort /?. fragrans -) Focke. Aangezien de andere ondersoorten van R. thyrsoideus in zoodanige streken voorkomen, dat zij bij ons wel niet gevonden zullen worden, vermel- den wij hier alleen R. fragrans. Bij deze zijn de loten nauwelijks behaard, roodbruin. De blaadjes zijn omge- keerd eirond, van boven donkergroen, glimmend. De bloemen rieken sterk naar honig, i^ Juli. Voorkomen in Europa en in Nederland. De ondersoo R. fragrans wordt in Noordwest-Duitschland aan bosch- randen en op open plekken in bosschen gevonden. In den Prodromus wordt R. thyrsoideus vermeld als te zijn gevonden bij Winterswijk, Arnhem, Oosterhout en Heumen. WK Dit zal waarschijnlijk wel betrekking hebben op deonder- soort fragrans. R. pubéscens 'â 'â ) Focke. Deze soort heeft loten, die in de jeugd rijkelijk behaard zijn en smal elliptische tot hartvormig-eironde blaadjes, die van onderen dun grijsviltig zijn. De bloeiwijze is lang en dicht, naar boven versmald. De ondersoort R. eu-pubéscens ^) Focke (R. pubéscens Wh.) is de eenige, waarvoor kans bestaat, bij ons te worden gevonden, daar zij uit het heuvelland in de Noordwest- Duitsche laagvlakte is overgegaan en ook in België voorkomt. Bij deze ondersoort zijn de blaadjes niet ingesneden gezaagd, van onderen grijs- tot witviltig. l>. Juni, Juli. Voorkomen in Europa en in Nederland. In bosschen en in kreupelhout komt de onder- soort in bovengenoemde streken voor. In ons land is zij tot dusverre nog niet aangetroffen. R. ulmifóiius O Schott. f. (Fig. 659). De loten zijn scherpkantig, gegroefd, berijpt. De bladen zijn 5-tallig, de ondervlakten met dicht aangedrukt, blijvend stervilt. De bloeiwijze is verlengd, dicht. De meeldraden staan hooger dan de stijlen. Bij ons zal we


Size: 1302px × 1918px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants