. De flora van Nederland. Plants. Triticum junceum Fis. 490. hebben een stijve, gladde scheede en een vaak vrij lange, vlakke, meest niet meer dan 8 mM breede, van boven ruwe, meest, althans ten slotte, min of meer ingerolde schijf, die dikke, dicht bijeenstaande nerven heeft, die met vele rijen korte haren of knobbels bezet zijn. De aar is stijf, is meest niet meer dan 2 dM lang, met een, althans ten slotte, zeer brosse spil, met een topaartje. De aartjes zijn tot3 cM lang, meest duidelijk langer dan het naast hoogere lid der aarspil, meest 5-8-bloemig. De bloemen zijn alle vruchtbaar, niet b


. De flora van Nederland. Plants. Triticum junceum Fis. 490. hebben een stijve, gladde scheede en een vaak vrij lange, vlakke, meest niet meer dan 8 mM breede, van boven ruwe, meest, althans ten slotte, min of meer ingerolde schijf, die dikke, dicht bijeenstaande nerven heeft, die met vele rijen korte haren of knobbels bezet zijn. De aar is stijf, is meest niet meer dan 2 dM lang, met een, althans ten slotte, zeer brosse spil, met een topaartje. De aartjes zijn tot3 cM lang, meest duidelijk langer dan het naast hoogere lid der aarspil, meest 5-8-bloemig. De bloemen zijn alle vruchtbaar, niet buikig. De kelkkafjes (fig. 490) zijn lancet- of lijnvormig, tot 2 cM lang, stomp, vaak met duidelijk uit- stekende middennerf, 9-11-nervig, niet of zwak gekield, zij zijn smaller dan de kroonkafjes. Het onderste kroonkafje (fig. 490) is lederachtig, lancetvormig, met afgeronden of boven zwak gekielden rug, tot 17 mM lang, iets stomp, ongenaaid, met vaak aan den top sterk uitstekende middennerf, 5-7-nervig, aan de randen zeer ruw. De vrucht valt af met het er aanhangende onderste en het er mee vergroeide bovenste kroonkafje. De vrucht is lijnvormig-langwerpig, ruggelings samen- gedrukt, aan den top behaard, met wijde, platte groef. De kiem heeft maar een worteltje. 3-6 dM. Juli, Augustus. Biologische bijzonderheid. De plant is een halophyt, die met Ammadenia peploides aan den voet der duinen vaak de eerste plantengroei vormt. De wat vleezige, blauw berijpte (met een waslaag op de opperhuid), opgerolde bladen komen bij vele halophyten voor. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in geheel Europa aan het zandige zeestrand en in de duinen voor. Zij is bij ons vrij algemeen. T. püngensi) Pers. (Agropy'rum püngens P. B.). Stekend tarwegras (fig. 491). Deze plant wordt door Ascherson en Graebner als een bastaard van T. repens en T. junceum beschouwd. Zij heeft een ver kruipenden wortelstok met witte, dikke uitloopers. De stengels zijn vrij stijf, de plant is min of


Size: 1392px × 1794px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants