. Het leezaam huisraad, vertoond in vyftig konstige figuuren, met godlyke spruken en stichtelyke verzen . 8,9,io,iT. Want dien de He er e liefheeft kaftydlsy : en hjgeejjelt eenen igelyken zoone dien hy aanneemt. Indien gy de kaftydinge verdraagd, zo draagdhem God tegen u als zoonen : (want wat zoone isVr dien de vader niet en kaftyd ?) Maar indien gy zonder kaftydinge zyt, welkeralle deelachtig zyn geworden , zo zyt gy dan haftaar den, en niet zoonen. Vorders wy hebben de vaders onzes vlees weltot kaftyders gehad, en wy ontzagen ze : zullenwy [dan] niet veel meer den Vader der geeften on-derw


. Het leezaam huisraad, vertoond in vyftig konstige figuuren, met godlyke spruken en stichtelyke verzen . 8,9,io,iT. Want dien de He er e liefheeft kaftydlsy : en hjgeejjelt eenen igelyken zoone dien hy aanneemt. Indien gy de kaftydinge verdraagd, zo draagdhem God tegen u als zoonen : (want wat zoone isVr dien de vader niet en kaftyd ?) Maar indien gy zonder kaftydinge zyt, welkeralle deelachtig zyn geworden , zo zyt gy dan haftaar den, en niet zoonen. Vorders wy hebben de vaders onzes vlees weltot kaftyders gehad, en wy ontzagen ze : zullenwy [dan] niet veel meer den Vader der geeften on-derworpen zyn , en keven ? TVant geene hebben \ons\ wel voor eenen kortentyd^ na dat het haar goed docht e ^ gekaftyd: maardeze kaftyd [ons] tot [onzen] nutte, op dat wy zy-ner heiligheid zouden deelachtig worden. En alle kaftydinge , als die tegenwoordig is , enfchynt geen \zaake\ van vreugde, maar van droef-heid te zyn : doch daar na geeft zy van haar eenevreedzaame vrucht der gerechtigheid den geenen ditdoor dezelve ge oeff ent zyn. H 2 De io8 Het LEERZAAM De R U S T B A N K. Denkt op t È9t welke fi heeft hy gefvjooren, dat zy in zyffe ruft e mettn zouden ingaan, anders dan den geenen die ongehoor-zaam geweefl waar en ? Rn wy zien dat zy niet en heb^hen konnen ingaan van wegen [haarj^ ongehove* Hebr:III: x8, .9. ^^ M, HUISRAAD. 109Op Figuur XXXI. .en heeft wat op en neer heeft wat, dit of dat gedaan, Het logge lichaam moet wat ruften,ó ! Menfchen, zoekt gy zo t gemalc ,Op dat er immers niets ontbrak, Aan uw begeerten ende luften: Hoe noodig was het dat de Ziel,Die zo lang huis in t lichaam hiel. Vermoeid aan t Einde van het leven,En eindHng van den Stryd des Doods,En uit den zwaaren tyd des noods, Wanneer zy word van t vlees ontheven,Op eenen zachten Ruftbank geene Onruft meer vernam. Doch word dat groot gewigt t vlees alleen bezorgd > Helaas!Wie weet op welk een harden plaats, De arme Ziel dan word gelineeten!ó Menfch neemt


Size: 1536px × 1627px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorluikenjan16491712, booksubjectemblembooksdutch, bookye