. De flora van Nederland. Plants. Familik 29. POLYCjONACEAE. — 69. De schijntrosscii zijn smal, vaak los pluimv(jriiii}4 inct vcelhloemiijje diclit- opeeiistaaiide kransen , voor het meerendeel zonder schutbladen. De bloenisteeitjes zijn omstreeks in het onderste '/i ^^'^'1 geleed. De binnenste vruchtbloemdekslippen zijn gaafrandig of aan den voet getand , rondachtig-hartvormig, meestal draagt slechts een, zelden dragen alle een knobbel. De vruchten zijn glad en glanzend. 2;. 6—9 dM. Juni—Augustus. Biologische bijzonderheden. De hangende bloemen zijn proterandrisch. Tijdens het stuiven der hel


. De flora van Nederland. Plants. Familik 29. POLYCjONACEAE. — 69. De schijntrosscii zijn smal, vaak los pluimv(jriiii}4 inct vcelhloemiijje diclit- opeeiistaaiide kransen , voor het meerendeel zonder schutbladen. De bloenisteeitjes zijn omstreeks in het onderste '/i ^^'^'1 geleed. De binnenste vruchtbloemdekslippen zijn gaafrandig of aan den voet getand , rondachtig-hartvormig, meestal draagt slechts een, zelden dragen alle een knobbel. De vruchten zijn glad en glanzend. 2;. 6—9 dM. Juni—Augustus. Biologische bijzonderheden. De hangende bloemen zijn proterandrisch. Tijdens het stuiven der helm knopjes zijn de stempels nog tusschen de bloemdekslippen ver- scholen , en komen eerst later te voorschijn. Spontane zelfbestuiving is dus onmogelijk. Soms vindt men op dezelfde plant mannelijke en vrouwelijke bloemen. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in geheel Europa op bebouwde en onbebouwde plaatsen, in weilanden, aan slootkanten, langs wegen voor en is ook bij ons algemeen. Volksnamen, hi de Betuwe heet de plant leek of koeleek en in Zeeuwsch-Vlaanderen perdezuring en sul. R. acütus') L. (R. pratensis'^) M. et K.) Spitse zu ring. (Fig. 68). Deze plant wordt meest als een bastaard van R. obtusifolius en R. crispus beschouwd. De wortelbladen en de onderste stengel- bladen zijn hartvormig-langwerpig, spits, iets gegolfd-gekarteld, de bovenste bladen zijn lancetvormig. De schijntrossen zijn niet afgebroken, zon- der bladen, de kransen staan dicht bijeen. De binnenste vruchtbloemdek- slippen zijn eirond, bijna hartvormig, stomp, aan den voet met korte driehoekig-priemvormige tanden en 1 of meer er van dragen een knobbel. De plant is van R. obtusifolius te onderschei- den door de smallere en spitse wortel- en onderste stengelbladen, door den slankeren en meest hoogeren stengel met rechtopstaande takken , door de slanke , rechtopstaande bloem- takken, door de veel langere en minder afge- broken bloemtrossen, door de veel rijkere bloem- kransen en door de


Size: 1241px × 2014px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants