. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose . ter ift(feyde hij) dat ick u verdrencke, als dat ghy mij verderft. CXIII. DE krijghfdie en ftrijdbaere ftaene al krabbelend metfpooren, Soeckt in het vuyleflick, ontrent de Goyfche kandt,Nae haver of nae kaff, nae boeck-weyt of nae kooren; Terwijl hij t koftjen foeckt, vindt hij een , Wat magh mij t Juweel (dus cierelijck) vermaken, Dat doogen wel verfraeyt, en lonckt mij lieflijck


. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose . ter ift(feyde hij) dat ick u verdrencke, als dat ghy mij verderft. CXIII. DE krijghfdie en ftrijdbaere ftaene al krabbelend metfpooren, Soeckt in het vuyleflick, ontrent de Goyfche kandt,Nae haver of nae kaff, nae boeck-weyt of nae kooren; Terwijl hij t koftjen foeckt, vindt hij een , Wat magh mij t Juweel (dus cierelijck) vermaken, Dat doogen wel verfraeyt, en lonckt mij lieflijck%n ?Ick loeck flechts kaffen graen, om aen den koit. re raken; Dees pracht en overdaed daer heb ick t walgen van.„Gekroonde Vogel wijs! kontghij dijn meerder leeren, „ Haer wulpfche dartelheyt, en diere pronckerij„ Verachten en vertreen ? dus menlche wilt u keeren, „ Enfpiegeltdochaen hem upraelenhoverdij.„ De Teerle is oock de hnft der wijfe en hooghgeleerde, „ Die van d onwetende ft aen verniet wort en verneer t:,, Uytwendighlijck, en is cieraet van geender weerde, „ Sooghij inwendichlijcknootdruftigheyt ontbeert. Gg ij n4 Warande der Dieren. 114. De Leeuw) den haen en den E^eL. SUlcke Ezels waren de Cymhri Want als Marius deplaets, daerhij zijn leger geflagen had, om de dralen des Sonsgants onbe-quaem vondt, om hen flag te leveren 5 foo heeft hij hem met zijnvolck ter zijden begeven, twelck de Denen ziende meynden dathij uyt vrees voor haer vluchtede^hebben derhalven fonder rech-te flagoorde haer opgemaekt,ende Marium nagetogen. Dewelckeuyt den Sonnefchijn gekomen vvefende, hemomgekeertendehaer met groot gewelt aengegrepen, ende alle ter felver plaetfenedergeleytheeft. Frontinus 64.


Size: 1716px × 1456px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookdecade1680, bookidvorstelijckewara82vond, booksubjectemblems