. De flora van Nederland. Plants. 314 JUNCACEAE. FAMILIE Luzula pilosa Fi?. 227. Volksnamen. In Salland heeten de soorten bruintje en ook russchen, in West-Friesland en de Duinstreek veldbies. L. pilósai) Willd. Ruige veldbies (fig. 227). Deze plant is grasgroen en zodenvormend. Zij heeft een reciitopstaanden of schuin rechtopstaanden wortelstok, die dicht opeenstaande of boogvor- mig opstijgende spruiten vormt. De stengels zijn rechtopstaand of opstij- gend, rond en glad. De bladen hebben een scheede en een, aan de onderste bladen tot 2 dM lange, meest 5-10 mM breede, aan den rand gewimp


. De flora van Nederland. Plants. 314 JUNCACEAE. FAMILIE Luzula pilosa Fi?. 227. Volksnamen. In Salland heeten de soorten bruintje en ook russchen, in West-Friesland en de Duinstreek veldbies. L. pilósai) Willd. Ruige veldbies (fig. 227). Deze plant is grasgroen en zodenvormend. Zij heeft een reciitopstaanden of schuin rechtopstaanden wortelstok, die dicht opeenstaande of boogvor- mig opstijgende spruiten vormt. De stengels zijn rechtopstaand of opstij- gend, rond en glad. De bladen hebben een scheede en een, aan de onderste bladen tot 2 dM lange, meest 5-10 mM breede, aan den rand gewimperde, breed lijnvormige bladschijf. Deze laatste is aan de stengelbladen smal- ler en meest slechts 2-3 cM lang. De bloeiwijze is eindelings, rechtopstaand, bijna steeds samengesteld, bijna schermvormig staand met later ten deele terug- geslagen takken. De schutbladen zijn alleenstaand of staan 2 bij elkaar, zij zijn rechtopstaand, veel korter dan de bloeiwijze. De bloemen staan meest 3 bijeen (soms 1 of 2) en zijn in den vruchttoestand 4 mM lang. De bloemdekbladen (fig. 227) zijn lancet- vormig. toegespitst, kastanjebruin, breedvliezig ge- rand, de binnenste zijn iets langer. De meeldraden hebben helmknopjes, die langer zijn dan de helmdraden. De stijl is evenlang als het vruchtbeginsel en draagt lange stempels. De doosvrucht (fig. 227) is groot, stomp, stekelpuntig, geelgroen, glanzend, langer dan de bloemdek- bladen. De zaden zijn zeer groot, tot over 3 mM lang, licht kastanjebruin, aan den top met een omstreeks evenlang gekromd aanhangsel (fig. 227) 1,5-3 dM. April, Mei. Biologische bijzonderheid. De bloemen zijn sterk proterogynisch, het vrouwelijk stadium duurt verscheiden dagen , het dan volgende tweeslachtige slechts een dag. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in bosschen op eenigszins vochtige plaatsen in bijna geheel -. Europa voor. Zij is bij ons vrij algemeen. ^'^'^4^ L albida-) D. C. (L. angustifólia'^) Grcke.,L. ne- morósa^)E. Meyer). Witte


Size: 1372px × 1821px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants