. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose . g en voet-pat na-£n hadden onderlinge haer praterij gemeen, (men,Ter tijd zij zagen uyt gehouwen in een fteen,Een Man en ruygen Leeuw, die worftelende dedenHaer befte en arbeyd om elck anderen tontleden:Daer nae veel ftrijds de Man ten leden meefter dat de Leeuw (zoot fchijnt) ter aerden neder wandelaers hierop haer oogen bezig floegen,En ekk voor ander fchiep hier in een goed g


. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose . g en voet-pat na-£n hadden onderlinge haer praterij gemeen, (men,Ter tijd zij zagen uyt gehouwen in een fteen,Een Man en ruygen Leeuw, die worftelende dedenHaer befte en arbeyd om elck anderen tontleden:Daer nae veel ftrijds de Man ten leden meefter dat de Leeuw (zoot fchijnt) ter aerden neder wandelaers hierop haer oogen bezig floegen,En ekk voor ander fchiep hier in een goed genoegen. DeL^^sLeeuwsfterckheydprees,diesmenfchenover-De Man gaf zijns gelijck den eeren-krans en lof, (trof,Vermits hij merckelijck den Leeuw fcheen t overwinnen:De Leeuw hier omvergramt en rafende van zinnenZij n macker fprong opt lijf,en fprack, Wel aen,laet zien,Wie van ons tween de fterckfte, en grootfte weyr mao-„Wie zich te veel beroemt en zijnen kam op fteket, (bien.„ Niet lettende met wie of wat perfoon hij fpreeket,„ Komt lichtelijck ten val, gefnevelt onder voet,„ En zijn verdiende ftraf ten laetften dragen moet. V )i 74 Warakpe der X>e Leeuwe > Edelen DUs hebben metten anderen gehandelt lugurtha HicmpfalctideAdker*hal» Want als zij t Koningrijck van Nwnidien metten anderen fou-den paerten., foo heeft Hiempfal het befte deel cnde de voornaemfte plaet-ien des lands voor hem (elven behouden. Maer Iugurth* , die altijt eenLeeuwen hert droegh, die heeft onlangs daer nae dezen Hiempfulcm over»vallen ende gedoodt , ende zijn landfchap ingenomen: t welck Adherbalziende heeft zich daer over grootlijcxontfet, ende hem aent genoegen. S a l l u s t 1 u s. LXXIV. T\En E^ety Vos^n Leeuw zijn onderling verdragen,Gelijckerhand om roof enbuyt tegaen uyt jagen rZij renden door het wout, en hielden nergens ftee,Ter tijd zij afgejaeght betrapten eenjong den E^ei, laet ons nu geenzins kraekelen,Maer t jonge Rbee in dr


Size: 1728px × 1446px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookdecade1680, bookidvorstelijckewara82vond, booksubjectemblems