. De flora van Nederland. Plants. Cheaopodium ficifolium Fig. 110. De bloemen vormen kluwens, die vereenigd zijn tot afgebroken schijnaren of losse pluimen. Het bloemdek bedekt de vrucht en heeft gekielde slippen. De zaden zijn 1 mM lang, stomp en dik van rand, horizontaal, dof, met fijne puntjes. •. 3-9 dM. Juli—September. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in Midden- en Zuid-Europa op puinhoopen, langs wegen en aan heggen voor en is bij ons alleen aangevoerd waargenomen bij Middelburg, Deurne en Deventer. C. ficifólium 1) Sm. Sti ppelgan ze voet. (Fig. 110). De plant is iets


. De flora van Nederland. Plants. Cheaopodium ficifolium Fig. 110. De bloemen vormen kluwens, die vereenigd zijn tot afgebroken schijnaren of losse pluimen. Het bloemdek bedekt de vrucht en heeft gekielde slippen. De zaden zijn 1 mM lang, stomp en dik van rand, horizontaal, dof, met fijne puntjes. •. 3-9 dM. Juli—September. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in Midden- en Zuid-Europa op puinhoopen, langs wegen en aan heggen voor en is bij ons alleen aangevoerd waargenomen bij Middelburg, Deurne en Deventer. C. ficifólium 1) Sm. Sti ppelgan ze voet. (Fig. 110). De plant is iets grijs meelachtig bestoven en heeft een rechtopstaanden, kantigen, niet vertakten of weinig rechtopstaand vertakten stengel. De onderste en middelste bladen zijn circa 3 maal zoo lang als breed, 3-lobbig met een middenlob, die vele malen langer is dan de zijlobben en langwerpig-lancet- vormig is met bijna evenwijdig loopende zijranden, bochtig getand en afgeknot of stomp. De boven- ste bladen zijn lancetvormig, vaak gaafrandig als bij C. album. Alle bladen zijn gesteeld en gaan aan den voet wigvormig in den steel over. Zij zijn alle van boven groen, van onderen wat bestoven. Ook de bloeiwijzen zijn witachtig bestoven en vormen afgebroken, meest rechtopstaande schijn- aren. Het bloemdek bedekt de vrucht en heeft scherp gekielde slippen. De zaden zijn circa 1 mM groot, horizontaal, dof, met uitgeholde puntjes voorzien en hebben een dikken, stompen rand. 0. 3-9 dM. Juli—September. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in Midden- en Zuid-Europa op bouw- en moesland, aan ruigten, op vuilnishoopen en aan wegen voor en is bij ons zeldzaam. C. glaücum ") L. (Blitum ^) glaucum Koch). Zeegroene ganzevoet. (Fig. 111). Deze plant heeft een groenen, witgestreepten stengel, die meest van defi voet af vertakt is met korte takken en over den bodem uitgespreid is of rechtopstaand. De bladen zijn vrij klein, een weinig dik, langwerpig, meest stomp, verwijderd bochtig get


Size: 1458px × 1714px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants