. De flora van Nederland. Plants. 92 — CHENOPODIACEAE. — Familie 30. een korten, bekervormigen ring uitloopend, tijdens den bloeitijd uitstekend. Stijl zeer kort, met 2-3 lange, draadvormige stempels. Vrucht omsloten door het bloemdek, waarvan de vleugels dan stervormig uitgespreid zijn. Zaden horizontaal, met één zaadhuid, bijna bolrond, zonder kiemwit, met staande, spiraalvormige kiem. Bladen verspreid, priemvormig, stekelpuntig, de onderste vaak tegenover- staand, lijnvormig-driehoekig, vleezig. Bloemen groenachtig, alleenstaand of 2-3 bijeen en zittend in de blad- oksels, de bovenste tot l


. De flora van Nederland. Plants. 92 — CHENOPODIACEAE. — Familie 30. een korten, bekervormigen ring uitloopend, tijdens den bloeitijd uitstekend. Stijl zeer kort, met 2-3 lange, draadvormige stempels. Vrucht omsloten door het bloemdek, waarvan de vleugels dan stervormig uitgespreid zijn. Zaden horizontaal, met één zaadhuid, bijna bolrond, zonder kiemwit, met staande, spiraalvormige kiem. Bladen verspreid, priemvormig, stekelpuntig, de onderste vaak tegenover- staand, lijnvormig-driehoekig, vleezig. Bloemen groenachtig, alleenstaand of 2-3 bijeen en zittend in de blad- oksels, de bovenste tot losse aren vereenigd. Eenjarige planten met sterk vertakte, niet gelede takken. S. Kali') L. Loogkruid. (Fig. 94). De plant is grijsgroen, verspreid kort en stijf behaard of kaal. De stengel is meest van den voet af vertakt, uitgespreid of opstijgend, witachtig en groen of purper gestreept, vleezig. De bladen zijn dik, zittend, lijn-priemvormig, naar den voet verbreed, vliezig gerand, de hoogere zijn breeder en korter. De schutbladen zijn ovaal-lancetvormig, stekel- puntig, langer dan het bloemdek. De bloemdek- bladen zijn om de vrucht beneden perkamentachtig, boven dunvliezig. De vleugels van de bloem- dekbladen zijn lang, aan den rand getand, gewoonlijk van de 5 bloemdekbladen niet even sterk ontwikkeld, doch alle stervormig uitstaand. O. 2,5 cM-4,5 dM. Juli—September. De var. 5. tenuifólia'-) Moq. Tand. heeft de onderste bladen dun en draadvormig, terwijl de vleugels der bloemdekbladen vrij kort zijn. Biologische bijzonderheden. De bloemen zijn homogaam of proterogynisch, vooral doordat de stempels nog geschikt blijven om stuifmeel op te nemen, als de helmknopjes derzelfde bloem het al verloren hebben. Tijdens den bloeitijd steken de helmknopjes boven de stempels uit, dus is spontane zelfbestuiving door neervallend stuifmeel zeer goed mogelijk. Wel zijn de helmdraden stijf, doch daar het stuifmeel zeer fijn is, zal windbestuiving ook wel plaats hebben, al is insecten


Size: 1397px × 1788px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants